VERSCHILLENDE ONDERWERPEN
G. J. BERENDSEN
Vaartuigen voor metingen langs rivieren
304
De uitzetting op het terrein geschiedde vervolgens door de Meet
kundige Dienst zodra de onteigeningsaanzegging van het College de
gemeente bereikt had en de landmeter van het Kadaster nam deze ge
gevens over of verrichtte een aanvullende meting indien dit voor zijn
systeem nodig was.
Zou een dergelijk voorbeeld van soepele samenwerking tussen ver
schillende diensten ter verkrijging van rechtszekerheid ten aanzien van
de eigendomsgrenzen van oorlogsgetroffenen, wellicht navolging ver
dienen voorzover deze in andere provincies ontbreekt
Landmeter van het Kadaster, Arnhem
De landmeetkundige werkzaamheden, verbonden aan het treffen
van grensregelingen langs onze grote rivieren (de zogenaamde domein
werkzaamheden) zijn niet denkbaar zonder het gebruik van een boot.
Dit vloeit reeds aanstonds voort uit de omstandigheid, dat de hierbij
vast te stellen grenzen meetkundig worden bepaald ten opzichte van
de aan beide oevers der rivier gelegen hoekpunten van het driehoeks-
net der rivierkaart. Overigens vertonen deze metingen enkele bijzon
derheden die een boot onmisbaar doen zijn.
In 1914 werd aan de Technische Dienst der Domeinen die van
1910 tot en met 1936 bovenbedoelde grensregelingen verzorgde
machtiging verleend tot aanschaffing van een stalen motorboot naar
het model van de gewone Hardinxveldse visschuit. In de voorste helft
werd een kleine kajuit aangebracht, waarin twee zitbanken en een
wegneembaar tafeltje. In elke zijde van het schip bevond zich een
bergplaats voor meetbenodigdheden, tevens bruikbaar als bank. Een
van deze bergplaatsen liep door tot onder een bank in de kajuit, zodat
hierin zelfs de langste jalons een plaats konden vinden. De beweeg
kracht werd geleverd door een 2 cylinder 10 pk Roberts benzinemotor,
die het vaartuig een snelheid van 12 km per uur verleende.
Door het gebruik van deze boot, aanvankelijk aangeduid als Rijks
motorboot T.D. 1 (Technische Dienst 1) later omgedoopt tot K 1
(Kadaster 1) werden vele voordelen verkregen. De metingen langs
de rivieren vergen een vrij omvangrijk meetmaterieel. Door de grote
afstanden waarop de hoekpunten van het driehoeksnet der rivierkaart
van elkaar verwijderd liggen (dikwijls 700-1200 m) is het gebruik van
jalons van 4 a 5 m lengte noodzakelijk. Deze wegen per stuk ongeveer
5 kg. Behalve een tiental dezer lange jalons worden nog ongeveer 15
van 2 m lengte gebezigd. Verder zijn nodig stalen meetbanden en
rouleaux, een sextant en somtijds een theodoliet met statief, en voorts
als hulpmiddeleneen ladder met steunpoten (voor het overzien van
niet te hoog begroeide terreinen), houten palen, piketten en ander