306 tijd van twintig jaren, bleek te zijn versleten, werd deze vervangen door een 4 cylinder 18/24 pk Red Wing benzinemotor, waarmede ge makkelijk een vaarsnelheid van 15 km per uur bereikt kon worden. Gedurende dertig jaren heeft de K 1 trouw haar diensten bewezen, heeft zij gezworven langs al onze rivieren en onder velerlei omstan digheden haar nut getoond. In de achter ons liggende oorlogsjaren is zij, niettegenstaande een steeds geringer wordende benzine-toewijzing, steeds varende gebleven, waarbij het kon gebeuren, dat zij twee uit Duitsland ontvluchte Franse krijgsgevangenen over de Maas hielp. In September 1944 werd de boot verstopt aan de oever in de buurt van Doorwerth. Slechts twee weken later kwam juist hier een van de brandpunten van de strijd om Arnhem te liggen. Bij een zo spoedig mogelijk na de bevrijding ingesteld onderzoek bleek de boot te zijn verdwenen, maar einde Juli, bij lage waterstand, werd zij in gezonken toestand aan de overzijde van de rivier terug gevonden. Na gelicht te zijn, bleek de voorste helft doorzeefd van kogels. Betimmering en inventaris verkeerden in desolate toestand. Het betekende het einde van de K 1. Het bouwen van een nieuwe boot, geheel naar de eisen van de dienst en gebruik makend van de ervaring met de K 1 opgedaan, bleek als gevolg van de materiaalschaarste binnen afzienbare tijd niet mogelijk. Gelukkig echter kon de hand worden gelegd op de stalen casco van een in 1942 door de Amsterdamse Scheepswerf G. de Vries Lentsch Jr, filiaal te Alphen aan den Rijn, gebouwde vlet, die, nadat zij voor het doel bruikbaar gemaakt was, op 16 April 1946 onder de naam ^Ka daster II" officieel in gebruik werd gesteld. Hoewel de hoofdafmetingen van de K 1 en de „Kadaster II" be trekkelijk weinig uiteenlopen, biedt de laatste door haar model belang rijk meer ruimte. In het midden van de kajuit staat een stevige tafel, waarop door een koekoek het volle daglicht valt. Dit is van veel gemak voor het raadplegen van kaarten en andere bescheiden. Het tafelblad bestaat uit drie gedeelten, waarvan de beide buitenste neergeklapt kunnen worden. Aan de langszijden van de kajuit zijn ruime banken aangebracht, die in weinig tijds veranderd kunnen worden in slaap plaatsen voor de schipper-meetarbeider en een tweede hulpkracht. Grote en kleine kasten zijn aanwezig, enkele kapstokhaken geven ge legenheid tot het ophangen van overkleding en daaronder is nog ruimte voor schoenen en laarzen. Een tank voor drinkwater, een electrisch en een petroleumlampje zijn niet vergeten en in het voor- en najaar kan desgewenst door een „Primus"-toestel voor voldoende verwarming worden gezorgd. Op gelijke wijze als bij de K 1 zijn twee bergplaatsen voor jalons en andere benodigdheden aan de langszijden van de boot aangebracht. Daartussen blijft voldoende ruimte over voor het vervoer van grens palen en van de rijwielen van het personeel. Een drie meter lange loop plank kan als verbinding met de wal uitgelegd worden. Een grote verbetering vormt de ruime stuurhut, die ofschoon aan de achterzijde open in de practijk voldoende beschutting geeft. Bij de K 1 stond de schipper tijdens de vaart aan weer en wind blootgesteld. De drijfkracht wordt geleverd door de oude Red Wing motor, die

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 316