46 z. De heer R i e t s e m a acht authentieke akten voor overdracht van enkele centiaren grond overdreven. De heer G. S m i t is niet zo enthousiast over de kwaliteit van som mige notariële akten. De heer G o v e r s wil een laag tarief voor eenvoudige akten. De heer M e e 1 k e r vestigt de aandacht op het belang van een juiste omschrijving van het onroerend goed en is een voorstander van een bepaling, dat de kadastrale omschrijving van het over te dra gen vast goed opgedragen moet worden aan de ambtenaren van het Kadaster. De heer Stoorvogel wil niet a priori de onderhandse akte uitsluiten, doch wel wijzen op de bezwaren van onderhandse akten zonder daaromtrent een definitief voorstel te doen. De heer Mr I w e m a heeft geen bezwaar tegen de formulering van het Bestuur. De heer Rietsema is met de heer Meelker van mening, dat de ambtenaren van het Kadaster nuttig werk zouden kunnen ver richten bij het verschaffen van de juiste kadastrale aanduiding aan de samenstellers der akten. De heer G r e v e merkt op, dat de eis van authentieke akten zware financiële lasten op het publiek legt. Belangrijk is, dat het over te dragen goed juist wordt geïdentificeerd. De notaris behoorde per soonlijk verantwoordelijk te zijn voor de kadastrale omschrijving en zich niet mogen verschuilen achter de woordenPartijen hebben het zo gezegd. Spr. wil voor overdracht van grond tot een waarde van bijv. iooo.de onderhandse akte toelaten. De V oorzitter wil zich aansluiten bij het voorstel van de heer Stoorvogel, waarmede de vergadering na enige discussie, waar aan deelnemen de heren H. C. Hartman, Houben, Mr Iwema, Berend- sen, Govers en Rietsema, instemt. 3. De V oorzitter zet nader uiteen, dat men thans tevergeefs zoekt naar bepalingen, die aanduiden welke de openbare registers zijn, waar zij berusten en worden bijgehouden en welke de betekenis is van deze registers. De heer G r e v e wijst in dit verband op de grote betekenis van het kadastrale plan en maakt een vergelijking met de.positie van het plan in het Zwitserse hypothecaire stelsel. Zonder verdere discussie stemt de vergadering in met het bestuursvoorstel. 4. Met de beperking van de onvolledigheid van het negatieve stelsel, op de wijze zoals deze door de Studiecommissie is voorgesteld, gaat de vergadering accoord. 5. De Voorzitter zet nader uiteen de wenselijkheid aan de ka dastrale grenzen wettelijk vermoeden toe te kennen. Het zal nood zakelijk zijn overgangsbepalingen vast te stellen. De vergadering stemt met dit punt in. 6. De V oorzitter wijst op de gevaren van de acquisitieve ver jaring voor de duurzaamheid van het Kadaster. De vergadering neemt na enige discussie het bestuursvoorstel aan. De Voorzitter constateert met genoegen, dat wij het over de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 46