54 De Heer Stoorvogel vermoedt, dat als candidaten voor de genoemde examens voornamelijk de huidige tekenaars optreden. Daardoor ontstaat dus geen aangroeiing van het aantal landmeetkun digen. Het Ministerie van Financiën zal zijn eigen opleiding niet los laten en ook de andere diensten ziet men steeds meer zelf hun per soneel opleiden. Wie zullen deelnemen aan het examen en welke vooropleiding is noodzakelijk voor de candidaten? Is het de bedoeling nog een uitgewerkt programma aan het Congres voor te leggen? De voorzitter wijst er nogmaals op, dat het diploma een waarborg geeft en een stimulans is om zich te ontwikkelen door ervoor te wer ken. Het peil van de candidaten moet staan op dat van Mulo-B. Het is de bedoeling, dat het Hoofdbestuur de zaak verder regelt en dus niet opnieuw met een uitgewerkt programma voor het Congres komt. De Heer G o v e r s verklaart geen bezwaar te hebben tegen instelling van de examens indien de eisen voor het examen van landmeettechni- cus niet worden gewijzigd. De Heer H e n k e 1 dringt aan op spoed bij de regeling van de opleiding en vestigt de aandacht op de mogelijkheid een opleiding te vestigen aan avond-M.T.ST-en en Burgeravondscholen. Bovendien merkt hij op, dat bij de salarisherziening gedacht wordt aan een rang tussen M.T.S.ers en tekenaars, waarvoor dan wellicht de nieuwe ge diplomeerden in aanmerking komen. De voorzitter zegt toe een bezoek aan het Departement van Onder wijs, enz. te brengen teneinde inlichtingen te verkrijgen over een gunstige oplossing. De Heer Fortuin verzoekt grotere bekendheid te willen geven aan het afnemen der examens door het zenden van plakbrieven aan de hoofden van de daarvoor in aanmerking komende dienstenver der dient de regering te worden gewezen op het bestaan der examens om daardoor tot een erkenning van de regering voor deze examens te komen. Met algemene stemmen wordt de instelling van de bedoelde exa mens goedgekeurd en het Hoofdbestuur gemachtigd de regeling der examens op zich te nemen. Inmiddels is het Bestuur der Belgische Unie van Meetkundigen- Schatters van Onroerende Goederen aangekomen, dat door de voor zitter in een hartelijke toespraak wordt verwelkomd. De voorzitter be treurt de afwezigheid van de Heer Van Hoecke, die altijd een trouw bezoeker was van de vergaderingen in Nederland. Hij stelt voor hem een telegram te zenden met de beste wensen voor zijn gezondheid. De Heer B e n i e s t, voorzitter van de Belgische Unie, dankt voor de hartelijke ontvangst in Nederland en voor de vriendelijke woorden van welkom. 6. Voor de door de Heer P. H. M. Plasman gehouden lezing over „Coördinering van het Meet- en Kaarteerwezen" wordt verwezen naar blz. 3. De voorzitter brengt de Heer Plasman dank voor zijn interessante uiteenzetting, waarin veel stof tot overdenking zit. Ook in Neder land wenst men nauwere samenwerking met de Indische landmeters.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 54