58
(O
aa
ka
ab
kb [ac
kc
ad
II
ba
ka
bb
kb [bc
kc
bd
kd tb,
ca
ka
cb
kt [cc
K
cd
II
[da] ka [db] kb [dc] kc [dd] kd td.
2. Aan de hand van een eenvoudig voorbeeld zal het zgn.
Entwickelungsverfahren van Boltz thans worden uiteengezet. Deze
methode is ontstaan uit het zgn. Zweigruppenverfahren van Krüger
en als een verbetering hiervan te beschouwen.
Nevenstaande figuur geeft, indien
de richtingen i tot en met 12 ge-
meten zijn, aanleiding tot drie drie-
hoeksvoorwaarden en één sinusvoor-
waarde. Noemen we de coëfficiënten
der eerste driehoeksvoorwaarde
U\y Clnt
tweede bv b„,
r> derde cx, cnt
en der sinusvoorwaarde dx,
dan zien de normaalvergelijkingen er
aldus uit
"S»
Indien de richtingen met gelijk gewicht zijn gemeten, hebben
de coëfficiënten van kakb en kc in het door een stippellijn
afgescheiden gedeelte een eenvoudige vorm 2 of 6). Boltz
ging nu aldus te werk
aaka -(- abkb [ac] kc ta [ad] kd,
[ba] ka [bb] kb [bc] kc t6— [bd] kd
ca] ka [cb] kt [cckc tc [cd] kd.
(2)
De correlaten ka, kb en kc zijn nu op verschillende manieren (zie
Boltz en Jenne) gemakkelijk in de tweede leden der vergelijkingen
(2) uit te drukken. Men krijgt dan
ka qaa. ('a [adJ kd] qab (tb [bd] kd) qac (tc [cd]) kd,
kt qta ta [ad] kd) qbb (tb [bd] kd) qbc [tc [cd]) kd, (3)
kc qca (ta [ad] kd) qcb [tb [bd] kd) qcc (tc [cdJ) kd, of
ka qaata ^ab tb qac tc Qaa [ad] -f- qab [bdJ qac [cd 11 kd
kb qta ta qbb tt qbctc \qba [ad] qbh [bd] qtc [cd\kd, |(3a)
kc qCa ta qCb tb qcc tc Wca [ad] qcb [bd] qa [cd]\ kd ofI
kli ka Zad kd
kb kb' zbd kd, (4)
kc kc' zcd kd, waarin