5 samenwerking tussen de verschillende metende instellingen, een her haald en onoordeelkundig inhakken van het bezuinigingsmes in de verschillende kaarteringslichamen en, laat ik het ding bij de naam noemen, de heilige-huisjes-mentaliteit. Deze opsomming moet niet zonder meer als een misprijzende cri- tiek worden gezien. Ook niet bijv. de heilige-huisjes-mentaliteit. Indië is een uitgestrekt land met bescheiden verbindingen, waar hard en in grote stijl gewerkt werd en wordt, niet alleen in het particuliere doch óók en zeer zeker in het ambtelijke. Reeds als jong ambtenaar draagt men daar de verantwoordelijkheid, die hier vaak op latere leefdjd komt. Zélf beslissen, zélf doen en zélf de verantwoording dra ges is typerend voor de werker in Indië. Deze geestesinstelling blijft uiteraard en versterkt bij, wanneer men in een toppositie komt. Ik geloof dat deze, n.m.m. gunstige ambtelijke mentaliteit de gro'e handicap was voor de reorganisatie. Immers de diensten hadden kaar ten nodig, vaak plotseling en op afgelegen plaatsen en daarom had men een eigen kaarteringsapparaat nodig, liefst zonder inmenging van derden. Het „eigen baas in eigen huis" voerde dan wel eens tot een kruidje-roer-me-niet in een heilig huisje, met alle gevolgen van dien voor de resultaten van de drie achtereenvolgende P.K.C.'s, al thans wat betreft de betere samenwerking van diensten. De tweede P.K.C. had tot opdracht de centralisering van het meet- en kaarteerwezen te bevorderen en het is duidelijk dat deze doel stelling geen kans kreeg. De derde P.K.C. dateert van 1938 en „het licht scheen in de duisternis, doch dezelve heeft het niet onderkend". De derde doels'elling was nl. coördinatie van het meet- en kaarteer wezen, doch dit licht verdronk in een zee van heftige debatten, die tenslotte zelfs de kern der kwestie niet meer raakten. Daarna was de eerste coördinatiepoging en tevens de derde P.K.C ter ziele. Ik vermeld deze poging van 1938 nadrukkelijk omdat zij op vele pun'en illustratief is. Primo nam het Kadaster, de enige instelling die volledig-bevoegde landmeters in dienst heeft, het initiatief om bij de Regering deze coördinatie-opdracht te bereiken. Secundo was mijn voorganger Beekman geen landmeter, doch een genieofficier en inge nieur, bouwer van grote waterkrachts- en wegenwerken. Dit is type rend Beekman verklaarde, zich lange jaren gestoten te hebben aan de onbevredigende en dure oplossing van het kaarteringsvraagstuk, tot hij tenslotte bij het Kadaster, dus bij het volledig bevoegde land- meetapparaat, tot de conclusie kwam, dat het anders en beter kon. Zijn medewerkers stonden in dezen volledig achter hem en realiseerden zich de waarde van de daadwerkelijke propaganda. Er kwam dan ook langzaam doch zeker een goede en vruchtdragende samenwerking bui ten de P.K.C. om, met tal van diensten en instellingen. Toen zijn ge zondheidstoestand Beekman in 1940 dwong heen te gaan, heeft het Kadaster deze vlag hoog gehouden. Ik maak hier met grote waarde ring melding van mijn corps landmeters dat zich op onvolprezen wijze achter mij schaarde bij wat ik zou willen noemen de daadwerkelijke propaganda voor samenwerking. Het feit dat het Kadaster of liever het volledigbevoegde apparaat, elke dienst en altijd, met raad en daad

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 5