ff ff 7«> J
P\ P\ i v\' P\' 1
A'=/2+V. (9) of: P2' V==/2, ('O)
61
vxa, kj bx hi' Cj kj,
v2' a2 kj b2 kt' c2 kc',(7)
enz.
Passen we op deze vergelijkingen (7) de algemene voortplantings-
wet van de fout toe, dan vinden we de coëfficiënten van de
nauwkeurigheidstensor van de correcties v'nl.
Qv 1' vi' 1 na ~i~ 7aS "1* 2/7, C, qnc ff 7l'b ff 2^, 7Z>r "ff
övi'vj' a2 ff ffi ^2 lab a\ c2 lat ff b\ 2 7/'« dj ^2 7<W I
^1 c2 lie ff a2 lea ff ^2 'leb ff 1 ccj (8)
Qvi'v3' <*1,1 aa ff ffi b2 qab 27, c3 qac 7i„ -f bx b3 qbb l
bx r3 qbc Cj a3 qc/> -f- cx b3 qci -f- f, c3 qcc, 1
enz.
Aldus is de nauwkeurigheidstensor gevonden van de correcties
die voortvloeien uit de vereffening op de driehoeksvoorwaarden.
De nauwkeurigheidstensor van de éénmaal gecorrigeerde rich
tingen die we Px', P2 PB' zullen noemen, vinden we op
analoge wijze. Het verband tussen de éénmaal gecorrigeerde
richtingen en hun correcties is, als p2, pn de waarnemingen
voorstellen
enz. enz. J
We zijn uitgegaan van waarnemingen die het gewicht i hebben,
dus Qpxpx Qplpt Opp1
Passen we nu op de vergelijkingen (10) de algemene voort-
plantingswet van de fout toe, dan vinden we:
Qp'pÏ Qv'vX' 2 Qpi v 1' öy>,
Daar een gecorrigeerde grootheid niet gecorreleerd is met haar
correctie (zie §5) is QP{ O, dus
Qpx p' 1 Evenzo
Qpi' p2' O Qvi'V2 want en p2 zijn ongecorreleerd, dus
Qpitï °J enz-
Vergelijken we nu deze uitkomsten voor de gewichtsgetallen
en de correlatiebedragen van de grootheden P' via de verge
lijkingen (8) met de vergelijkingen (5a) en (5b), dan blijken de
grootheden Qu, Q12, Qln, Qnn in de vergelijkingen (5b)
inderdaad de coëfficiënten van de nauwkeurigheidstensor der
éénmaal gecorrigeerde richtingen te zijn.
Een en ander geeft ook aanleiding tot de conclusie, dat een
wijziging kan worden toegepast op de methode van Schols 254,
pag. 470) om de middelbare fouten te berekenen in direct waar
genomen grootheden of functies daarvan.
We kunnen nl. als boven te werk gaan: eerst de correlaten
ontwikkelen als functies van de tegenspraken; de coëfficiënten