H. C. HARTMAN
De Fototechnische Dienst van het Kadaster
65
LITERATUUR:
L. Krüger: Über die Ausgleichung von bedingten Beobachtungen in zwei Gruppen.
Preuss. Geod. Institut. Neue Folge Nr 18 (1905).
H, Boltz: Entwickelungsverfahren zum Ausgleichen geodatischer Netze. Preuss.
Geod. Institut. Neue Folge Nr 90 (1933).
Prof. J. M. Tienstra: Het rekenen met gewichtsgetallen. T. Kad. Landmeetk.
1934, blz. 37.
W. Jenne: Kettenbruchformeln und Korrelatentabellen für trigonometrische Netze.
Preuss. Geod. Institut. Neue Folge Nr 107 (1937)-
Prof. J. M. Ti ens tra: Collegedictaat.
Landmeter van het kadaster te Amsterdam
Ontstaan. De wens extracten uit kadastrale leggers langs snellere
weg te verkrijgen dan door overschrijving, is de oorzaak geweest van
het ontstaan van bovengenoemde dienst. Een oplossing werd gezocht
om deze extracten langs fotografische weg te verkrijgen. Te dien
einde stelde de toenmalige Ingenieur-verificateur van het Kadaster te
Amsterdam, de Heer Th. L. Kwist'hout, zich in verbinding met een
vooraanstaande firma op fotografisch gebied, namelijk de firma Capi
te Amsterdam. Bij de besprekingen bleek dat het fotografisch repro
ductietoestel „Famulus" waarschijnlijk voor de kadastrale doeleinden
het meest geschikt zou zijn, welk resultaat in de vorm van een advies
aan de Minister van Financiën ter kennis werd gebracht. Deze gaf
opdracht tot levering van een Famulus-toestel met bijbehorend ver
grotingsapparaat en drooginrichting door de firma Capi, terwijl de
ingenieur-verificateur en de hypotheekbewaarder opdracht ontvingen,
door het nemen van proeven te onderzoeken voor welke werkzaam
heden het toestel het best kon worden gebruikt. De Rijksgebouwen
dienst werd belast met het inrichten van een donkere kamer op het
hypotheekkantoor te Amsterdam. Dit Famulus-toestel was een camera
voorzien van een lens met spiegel, geplaatst op een houten onderstel,
waarlangs het toestel vertikaal kon worden bewogen. Het had een
uittrekbare balg. De originelen werden op het houten tafelblad gelegd,
dat aan het toestel bevestigd was en door in bakken geplaatste lampen
sterk werd verlicht. De instelling had plaats met behulp van de aan
het toestel bevestigde index, bij tussengelegen standen op het matglas,
dat bij enkelvoudige opnamen door een chassis en bij meervoudige
opnamen door een rolcassette werd vervangen. Het papier, de platen
en films werden rechtstreeks op de gevoelige laag belicht, waarbij
leesbare negatieven werden verkregen. Dit was mogelijk door de
achter de lens, onder een hoek van 50 graden, geplaatste spiegel, die
het beeld omkeerde, zodat het negatief leesbaar werd. De extracten
uit de kadastrale leggers werden direct vervaardigd op gevoelig
papier, formaat 18 bij 24.