6 hielp en bijv. in oorlogstijd zelfs vrijwel geheel en spontaan te velde stond, is zeker niet onopgemerkt gebleven. De dadelijke resultaten zijn, dat het na de bevrijding hernieuwde initiatief tot coördinatie over het algemeen zeer gunstig is ontvangen en dat er nu werkelijke resultaten zijn geboekt. Doch bovendien kunnen we met voldoening een waardevol bijproduct noterende landmeters werden als volwaardige academici erkend. Bij de argu mentatie voor deze gelijkstelling was dan ook de positie die de land meter thans in de samenleving inneemt de doorslaggevende troef. Het is niet voldoende critiek uit te oefenen, het is zelfs niet vol doende de juiste weg te wijzen. Er is daadwerkelijke propaganda nodig; men moet aan den lijve demonstreren dat het anders en beter kan en zich bij desillusies niet terugtrekken in de ivoren toren van een ongenaakbare vakbekwaamheid. Indien iemand de rol van het kruidjeroermeniet in het heilig huisje mag spelen, dan is het nooit de volledigbevoegde deskundige, op welk gebied ook. En ook het Nederlands-Indische Kadaster is niet bij de pakken neer blijven zitten na het korte doch hevige drama in de derde P.K.C. Beekman begon opnieuw. In deze kwestie wordt in onze kringen al te vaak en al te berustend wel het argument gehoord, dat de beslissende autoriteiten zo moeilijk warm te maken zijn. Zij moeten zich voor zoveel belangrijke zaken warm maken, dat onderwerpen die niet dadelijk in hun gezichtskring liggen, inderdaad wel eens in de knel raken. Doch ook dit is een kwestie van begrijpen en aanvoelen en van propaganda. In het zakelijk geoutilleerde Kabinet van mijn Chef, de Directeur van Justitie, hangen enkele door Delft geleverde verticaalfoto's van het Poentjakgebied en een door het Kadaster vervaardigde aequidistant-azimuthale aard- projectie voor Batavia. Dit beschouw ik niet als een wandversiering in de kamer van Mr Gieben, die het coördinatievraagstuk met over tuiging en klem van redenen weer aan de orde stelde, met goed resul taat. Ik beschouw het als een symbool. Een symbool voor de belang stelling in en de waardering voor de kartografie buiten specialistische kringen en vooral als een symbool voor de steun van gezaghebbende autoriteiten bij de verwezenlijking van hetgeen wij, speciale vaklieden, nuttig en nodig oordelen. Over het algemeen beklagen wij, landmeters, ons over gebrek aan waardering voor ons zo weinig spectaculaire vak. Is het echter niet zó, dat wij teveel ons licht onder de korenmaat houden en maar steeds vóóronderstellen dat het weinig spectaculair en bar wiskundig is? Mijn ervaring is dat het een dankbaar werk is de belangstelling wakker te roepen en dat het onbekend maakt onbemind teveel van toepassing is. N.m.m. ligt dan ook in dit laatste een der redenen van de stroefheid waarmede herorganisaties op kaarteringsgebied tot stand komen. Vertel over het werk, waar het pas geeft en vooral op de juiste plaats bij de juiste man en gij zult zien, dat deze propaganda belangstelling heeft en vruchten draagt. Mijn persoonlijke ervaring is dat gezaghebbende autoriteiten van een voortreffelijke neus blijk geven, indien er iets werkelijk goeds te ruiken valt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 6