74
I
II
controle met nieuwe armlengte
46666
15161
17537
37010
7075
7074
7068
7068
3741
22235
24605
44078
7076
7073
7067
7068
10817
29308
31672
1146
7075
7073
7068
7067
17892
36381
38740
8213
Gezien de resultaten van dit onderzoek lijkt het mij zeer wenselijk
daar waar dit de laatste tijd niet is geschied, onder toepassing van
de hierbij gevolgde methode, eens de tot op heden gebruikte arm-
standen te controleren. Het zal blijken dat dit geen overbodige luxe is.
Vaststelling van één der armstanden:
Oppervlakte proefcirkel11310 mm2.
Arm 482,7 non. 7069 (d.i. het verschil dat men moet krijgen).
Gemiddelde 7074,3
7O74, 3
Nieuwe armlengte: - -X 482,7 =483,1 Vastgesteld: 483,1
Gebruiksaanwijzing voor die schijfpoolplanimeter van Coradi
1. Tafel horizontaal plaatsen. Papier vastleggen met loodjes.
2. Wachten tot de planimeter de temperatuur van de omgeving heeft
aangenomen, aangezien gebleken is dat temperatuursverschillen
tijdens de bewerking tot vrij grote aflezingsverschillen aanleiding
kunnen geven.
3. Met de poolzoeker de gunstigste opstelling van de planimeter
bepalen. De uitsnijding voor de poolschijf neemt men links. Het
perceel moet liggen tussen de beide grenscirkels en moet in twee
ongeveer gelijke delen worden verdeeld door de zwaartecirkel
grondcirkel), daar op deze manier de scheefheid van de meet-
rol geëlimineerd wordt. Aangezien de beste resultaten verkregen
worden als de afwikkeling van het rolletje maximaal is, moet
men er voor zorgen dat de omlooparm zo kort mogelijk is. Boven
dien moet de omtrek van het perceel zoveel mogelijk haaks door
de grondcirkel en de nulcirkels (waarvan er oneindig veel zijn!)
worden gesneden.
Indien geen poolzoeker aanwezig is, moet men toch rekening hou
den met bovengenoemde opstellingseisen
4. Omlooparm instellen of controleren.
5. Een punt van de omtrek van het perceel zoeken (het beginpunt)
waar de afwikkeling nihil is, daar een klein verschil in begin- en
eindpunt dan van weinig invloed is. Hiervoor kan men b.v. het snij-