7 Ik zal thans iets vertellen over de oplossing van het coördinatie- vraagstuk in Nederlands-Indië, zoals ik me die had gedacht. Ik liet reeds uitkomen dat de zaken daar op vele punten anders liggen dan hier: een uitgestrekt land met bescheiden verbindingen, talrijke en grote economische mogelijkheden, die vaak onverwacht en dadelijk stevig geëntameerd en bekaarteerd worden, een groot aandeel van het buitenlands kapitaal in de economische ontwikkeling en een ietwat knarsende kaartfabriek. Het zal na het voorgaande duidelijk zijn dat ik de P.K.C. wilde laten verdwijnen en dat ik de aanleg, de gemeenschappelijkheid en de verzekering van een speciaal voor het doel aangelegd net voorop moest stellen. En wel omdat zonder dit net de veelkoppige hydra van het dubbelwerk in alle geledingen de oneconomische hoofden zou blijven opsteken. In mijn memorie, die ook hier in het Orgaan van de Vereniging voor K. en L. verscheen, stel ik de onverwachte ontwerpen voor exploitaties in allerlei delen van de Archipel op de voorgrond en concludeer ook daarom als eerste taak voor de coördinatie: het scheppen van de mogelijkheid op korte termijn zo economisch doen lijk werkende kaartwerktuigen te kunnen leveren, waar en voor welke doelstelling ook. En zulks door het spreiden van een verzekerd net van vaste punten, van een dusdanige dichtheid, dat via opnamen van lagere orden overal in een eventuele kaarteerbehoefte spoedig kan worden voorzien. N.m.m. is deze netprevalentie in dit uitgestrekte gebied met zijn grote en vaak onverwachte kaarteringen urgent en moet voorrang hebben boven de systematische standaardkaartering, die, op vele plaat sen onrendabel, zal verouderen. Indien zoveel diensten kaarteren is een belangrijk onderdeel voor het slagen der coördinatie de „algemene kaart", zijnde een overzichte lijk archief, dadelijk raadpleegbaar gerangschikt, van landmeetkundige en daarbij behorende administratieve gegevens die van algemeen be lang zijn. Hieronder valt dus al het werk van hogere orde, bepaalde netmetingen en een groot deel der detailleringen. Deze kaart is het wat en waar, hoe en waarom der coördinatie. Zij moet uiteraard centraal beheerd worden en dient tevens als grondslag voor de syste matische standaardkaartering, die successievelijk en volgens een centraal vastgesteld plan, door de topografische instelling wordt be werkt. In dit verband wees ik op de wijde perspectieven die de lucht- kaartering opent, niet alleen voor de netverdichting, maar ook voor de kaartering „uit voorraad" bij een plotseling rijzende kaartbehoefte in een reeds bevlogen gebied. Bij het uitstippelen der richtlijnen belichtte ik in mijn memorie de volledige bevoegdheid van de academische landmeter. Ik deed niet alleen uitkomen, dat hij de speciale vakman is, doch ook dat hij hoger onderwijs krijgt in tal van takken, omdat de gevarieerde doelstellingen van de vele kaarten slechts dan bereikt zullen worden, indien de ont werper en leider der kaarteringswerkzaamheden redelijk op de hoogte is van het vak, waarin die kaarten worden gebruikt. Het zal duidelijk zijn, dat ik dus aan het academisch gevormde

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 7