•81
De aandacht van de landmeetkundige lezer wordt op de volgende
artikelen gevestigd
Prof. Dr M. J. van Uven Scheefheid en exces bij frequentie- en
kansverdelingen (pag. 145 e.v.).
Scheefheid 5en exces Ezijn criteria om te beoordelen of een
frequentieverdeling als een normale verdeling kan worden beschouwd.
Ze worden resp. voorgesteld door de formules S en
f3
^4 3» waarin m3 en m4 het 3e- en qe-graadsmoment van de
gegeven kromme voorstellen en e de standaardafwijking aanduidt.
De schrijver toont aan, hoe het algebraisch teken van en E kan
worden voorspeld uit de loop van de kromme. Indien bij een enkel
voudige onsymmetrische verdeling de kromme links steiler stijgt dan
ze rechts daalt is het teken van S positief. Het teken van E geeft
weer of de kromme slanker of platter is dan een normale verdeling.
In het eerste geval is E positief, in het andere negatief.
Ir Th. Hekker: Constructie van kansellipsen in een correlatiedia
gram (pag. 203 e.v.).
Heeft men een twee-dimensionaal gecorreleerd frequentieschema
en wil men nagaan binnen welke ellips b.v. 70 °/o der waarnemingen
''ggen, dan komt de schrijver, uitgaande van de formule voor het
correlatieoppervlak
1 x2 y2 2 rxy
1
2 t t, r2 V i r2
tot de vergelijking voor de ellips:
y2 2 r x y
r-2-—-Z=-2( i-r»)ln 0,3
x
T!2 T, *2
waarin r, en t2 resp. de moduli van x en y voorstellen en r de corre-
latiecoëfficient. Door achtereenvolgens x en y o te stellen, zijn
reeds 4 punten van de ellips bekend. Daarna construeert de schrijver
nog 4 punten van de ellips met behulp van de regressielijnen y
12 r t,
x en y
r t, t,
Deze methode van constructie wijkt af van die welke in de Techni
sche Vraagbaak (deel A pg. 250) wordt gegeven. Daar wordt eerst
overgegaan op een ander coördinatenstelsel, waarvan de assen even
wijdig lopen aan die van de ellips, en vervolgens worden de hoofd
assen der ellips berekend.
E. van der Laan en Ir J. G. W. Ignatius: Lijnvereffening met be
hulp van orthogonale polynomia (pag. 219 e.v.).
Heeft men bij een serie waarden van x (die in dit geval op gelijke