82
afstand van elkaar moeten zijn gelegen) empirisch de waarden van
y gevonden, dan kan men trachten een kromme te vinden die deze
punten zo goed mogelijk dekt. Er wordt verondersteld dat een stuk-
van de kromme van de algemene vorm
y a0 rt, x a2 x2 a3x3 x4 a5 x5 i
de gezochte kromme zo goed mogelijk zal voorstellen.
Men gaat nu aldus te werk. Men transformeert (i) in een vergelij
king van de vorm
y A0 -f A, !j A2 >j A3 s n As v
waarin f, n, g. en v achtereenvolgens ie, 2e 5e-graads-functies
van x zijn, terwijl ze bovendien moeten voldoen aan de voorwaarden
jj] o, o, [vj o, enz. waarbij men moet sommeren
over de n waarden van x, waarvoor y bekend is. De Alr A 2 enz.
blijken nu resp. de lineaire en hogere-gr'aads regressie-coëfficienten te
zijn. Deze kan men onafhankelijk van elkaar berekenen. Met behulp
van deze regressie-coëfficienten kan nu worden onderzocht welke
machten van x in de vergelijking (i) een belangrijke rol spelen en
welke kunnen worden verwaarloosd. De functies 5, >f enz. van x zijn
voor verschillende waarden van n in tabellen berekend (o.a. door
Fisher en Yates).
Een vergelijking van deze methode (die in dit bestek slechts zeer
summier kan worden aangegeven) met de methode van lijnvereffening
volgens de kleinste kwadraten, zal in een uitvoeriger artikel worden
behandeld. G. J. B.
De Ingenieur nr 1947/51, biz. O.57. Drs H. de Bruyn. Enige aspec
ten der moderne rekenmachines.
De Ingenieur nr 1948/3, biz. O.9. Ir I. J. Boxma. Idem.
Bovenstaande artikelen zijn grotendeels ontleend aan voordrachten
van Prof. Dr D. R. Hartree voor het Mathematisch Centrum te Am
sterdam. Hieronder een overzicht.
Rekenmachines kunnen worden verdeeld in twee groepen
a. die werkend volgens een continu proces. De grootte van een getal
wordt uitgedrukt in een physische grootheid. In het mechanisme
zijn b.v. opgenomen draaiende schijven en schuivende rollen (denk
aan de planimeter) of regelbare stroomsterkten e.d.
De nauwkeurigheid die hiermee wordt bereikt is niet groot, prac-
tisch niet meer dan 1 1000.
b. die werkend volgens een talstelsel. Hier, als bij een talstelsel, zijn
groeperingen en ondergroeperingen, wat in de machine gereali
seerd wordt in congruente onderdelen (denk aan de raderen in een
Brunsviga). Deze machines geven gehele getallen terwijl de vorige
ook de onmeetbare gaven.
Een andere verdeling van de rekenmachines is die in mechanische,
electrische met gebonden electronen (stroomdraden) en electrische met
vrije electronen (radiobuizen).