89
HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN.
Artikel i.
Dit reglement verstaat onder
ie „Raad", de Raad voor het meet- en kaarteerwezen, als bedoeld in
het eerste lid van artikel 3
2e „Directorium", het Directorium voor het meet- en kaarteer
wezen als bedoeld in het tweede lid van artikel 3;
3e „Plaatselijke Vertegenwoordigers", de plaatselijke vertegenwoor
digers van het Directorium voor het meet- en kaarteerwezen,
vermeld in artikel 19
4e „Diensten", de overheidsdiensten of -bedrijven, welker taak ge
heel of ten dele bestaat uit het verrichten van meet- en kaarteer-
werkzaamheden
5e „Geodetisch Instituut", het instituut, zoals dit nader is omschre
ven in artikel 32, juncto artikel 44;
6e „zelfstandige gebiedsdelen", staatkundig georganiseerde delen van
het grondgebied van Nederlands-Indië, door welker organen over-
heidsbevoegdheden worden uitgeoefend
7e „kaart", een afbeelding in het platte vlak van een deel van het
aardoppervlak dan wel van het gehele aardoppervlak
8e „de Kaart", alle kaarten van Nederlands-Indië, benevens alle
landmeetkundige met uitzondering van luchtfotografische
en alle administratieve gegevens, die nodig of nuttig zijn, dan
wel kunnen zijn, voor de samenstelling van die kaarten
9e „technische grondslag", het geheel van mathematisch vastgestelde,
blijvend verzekerde punten van het aardoppervlak, voorzover deze
dienen tot aansluiting van de metingen der terreindetails
Joe „geodetisch werk van hogere orde", die werkzaamheden, welke
erop gericht zijn de vorm van de aarde te bepalen dan wel waarbij
in bijzondere mate met deze vorm rekening gehouden moet
worden
11e „instrumentarium", de instrumenten, toestellen en werktuigen,
benodigd voor meting, berekening, kaartering en reproductie, met
uitzondering van het eenvoudige tekengereedschap.
Artikel 2.
Alle meet- en kaarteerwerkzaamheden, verricht binnen het grondge
bied van Nederlands-Indië, zijn, voorzoveel mogelijk, onderworpen aan
coördinatie, overeenkomstig de bepalingen van dit reglement.
Artikel 3.
De algemene leiding bij de coördinatie, bedoeld in het vorige
artikel, is opgedragen aan een Raad voor het meet- en kaarteerwezen,
die gevestigd is te Batavia.
Met de uitvoering der werkzaamheden, nodig voor die coördinatie,
is belast een Directorium voor het meet- en kaarteerwezen, waarvan
de plaats van vestiging nader door de Gouverneur-Generaal zal worden
vastgesteld.