94 Artikel 36. De begroting van het Geodetisch Instituut behoeft de goedkeuring van het Directorium. Artikel 37. De artikelen 20 t/m 31 van dit reglement zijn, voorzover nodig gewijzigd, eveneens van toepassing op het Geodetisch Instituut. HOOFDSTUK VI. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN. Artikel 38. Voorzover in dit reglement regelingen zijn getroffen die betrek king hebben op Diensten, worden deze regelingen geacht uitsluitend van toepassing te zijn op de Diensten van het Gouvernement van Nederlands-Indië. Artikel 39. Het Directorium streeft ernaar dat de bepalingen van dit regie inent die betrekking hebben op Diensten, door vrijwillige aanvaar: ding ook op de meet- en kaarteerdiensten van zelfstandige gebieds delen van toepassing zullen zijn. Artikel 40. Eenzelfde gedragslijn als vermeld in het voorgaande artikel zal het Directorium volgen ten opzichte van particuliere instellingen of personen, die meet- of kaarteerwerkzaamheden verrichten, welke aan gemerkt kunnen worden als een bijdrage tot de Kaart. Artikel 41. Totdat daaromtrent nader door de Raad is beslist, vervult de secre taris van het Directorium tevens de functie van secretaris van de Raad. Artikel 42. In de eerste benoeming van een secretaris van het Directorium zal worden voorzien door de ter beschikkingstelling van een ambte naar van een der Diensten. Artikel 43. Het Geodetisch Instituut blijft voorshands deel uitmaken van de organisatie van het leger. De Raad bepaalt de datum waarop dit instituut rechtstreeks onder het Directorium gebracht zal worden. Artikel 44. Na goedkeuring door het Directorium, biedt dit de Legercomman dant gedurende de tijd, dat het Geodetisch Instituut deel uitmaakt van het leger, een afschrift aan van de in de artikelen 35 en 36 bedoelde stukken.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1948 | | pagina 94