96
3- VAN DE WATERPASSING
(1) Het Directorium bevordert de totstandkoming van een ge
meenschappelijk waterpaspeil met dien verstande, dat
a) bij de vaststelling daarvan wordt uitgegaan van de gemiddelde
laagwaterstand
b) in ieder geval elk eiland oyer één gemeenschappelijk peil zal be
schikken
c) de peilen der eilanden, waar mogelijk, onderling door middel van
waterpassing verbonden zullen worden;
d) die verbinding, in de gevallen dat waterpassing niet mogelijk is,
plaats heeft, indien daarmede wetenschappelijke belangen ge
moeid zijn.
(2) De bepalingen van de leden (6), (7) en (8) van 2 zijn,
voorzover nodig gewijzigd, mede van toepassing op de vaststelling
der peilen.
(3) Het Directorium ontwerpt een plan voor de primaire water
passing op de wijze als in lid (1) van 2 ten aanzien van de primaire
driehoeksmeting is bepaald.
(4) Het bepaalde in de leden (2), (3) en (4) van 2 is mede van
toepassing op de primaire waterpassing.
(5) Het bepaalde in de leden (5), (6), (7) en (8) van 2 is,
voorzover nodig gewijzigd, van toepassing op de secundaire en ter
tiaire waterpassing, met dien verstande dat de aldaar vermelde be
voegdheden van het Directorium overgaan op de Plaatselijke Ver
tegenwoordigers.
4. VAN DE KAART
(1) Op het onderdeel van de Kaart dat door de daartoe bevoegde
autoriteit in overleg met het Directorium als geheim wordt aangemerkt,
zijn de bepalingen van deze paragraaf niet van toepassing.
(2) De bewaring en de registratie van de Kaart heeft centraal
plaats onder leiding van het Directorium.
Het Directorium kan na overleg met de betrokken gezaghebbende
de bewaring opdragen aan bepaalde, door het Directorium aan te
wijzen, hoofden van Diensten.
(3) Het Directorium bepaalt op welke wijze en onder welke voor
waarden afschriften van de Kaart zullen worden verstrekt.
Het kan daarbij het afgeven van originelen of afschriften ver
bieden.
(4) Het Directorium treedt regelend op bij de vaststelling van
tarieven voor inzagen of afschriften van de kaart.
5. VAN KAARTEN
(1) Na gepleegd overleg met de betrokken meet- en kaarteerdien-
sten, geeft het Directorium richtlijnen omtrent de opzet en de uit
voering van de metingen en kaarteringen die nodig zijn voor de samen
stelling en de bijhouding van kaarten.
(2) Het Directorium kan de taak, vermeld in het vorige lid, over-