99
Commissie Onderzoek Landaanwinning T.N.O.
De Directeur-Generaal van de Rijkswaterstaat richtte tot de Voor-
2itter der Landbouworganisatie voor Toegepast Natuurwetenschappe
lijk Onderzoek het verzoek, onderzoekingen te bevorderen in verband
met landaanwinningswerken. Teneinde deze doeltreffend -te regelen
acht hij het namelijk noodzakelijk, dat een goed inzicht wordt verkre
gen in de eisen, die de landbouw stelt aan de samenstelling van de
grond in de in te polderen gebieden, met name aan de dikte en de
aard van de kleilaag. Aangezien de landbouwtechnici nog niet in staat
zijn om terzake voldoende aanwijzingen te geven, zouden naar zijn
mening onderzoekingen op dit gebied zeer gewenst en nuttig zijn.
Gaarne gevolg gevende aan dit verzoek, heeft de Landbouworga
nisatie T.N.O. een Commissie ingesteld om deze vragen onder de
ogen te zien en haar bij het bevorderen van de bedoelde onderzoekingen
ter zijde te staan. Daarbij is in de eerste plaats gedacht aan het ver
zamelen van de kennis en de gegevens, nodig om de vraag te beant
woorden, welke eisen aan aan te winnen gronden gesteld moeten
worden uit het oogpunt van gebruik voor de landbouw, en welke maat
regelen dienstig zijn om het aan te winnen terrein aan die eisen
te laten voldoen.
Als voorzitter van de Commissie werd aangewezen Prof. Dr O.
de Vries, Voorzitter der Landbouworganisatie T.N.O., terwijl Ir S.
Smeding, Directeur van de Dienst der Noord-Oost Polderwerken, be
reid werd gevonden het ondervoorzitterschap op zich te nemen. Tot
leden werden verder benoemdde Directeur-Generaal van de Land
bouw Ir C. Staf, de Hoofingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat
Ir G. B. R. de Graaff, de Directeur van de Cultuurtechnische dienst
Ir F. P. Mesu, de Directeur van de Stichting voor Bodemkartering
Prof. Dr Ir C. H. Edelman, de Directeur van de Akker- en Weide-
bouw Ir H. T. Tjallema, de Wnd Hoofddirecteur van het Landbouw
proefstation en Bodemkundig Instituut T.N.O. Drs P. Bruin, het
Hoofd van de Afdeling Bodemkundig Onderzoek van de Dienst der
Zuiderzeewerken Dr Ir A. J. Zuur, de Directeur van de Afdeling
Geologische Kaart van de Geologische Stichting Dr Th. Reinhold,
de Hoofingenieur bij de Directie Benedenrivieren van de Rijkswater
staat Dr Ir Joh. van Veen, de Directeur van het Technisch Bureau
der Domeinen Ir A. G. Verhoeven, de Inspecteur van de Landbouw
(Afdeling Landbouwonderzoek) Dr Ir C. K. v. Daalen en de Rijks-
cultuurconsulent (Afdeling Onderzoek van de Cultuurtechnische
Dienst) Ir W. C. Visser. De Secretaris der Landbouworganisatie
T.N.O. werd met het secretariaat belast.
Teneinde met de werkzaamheden voor de beantwoording van de haar
in eerste instantie voorgelegde vraag zo vlug mogelijk op te schieten,
werd door de Commissie een Werkcommissie ingesteld onder voor
zitterschap van Dr Ir A. J. Zuur en met als leden Drs P. Bruin, Prof.
Dr Ir C. H. Edelman, Dr L. F. Kamps, Dr Ir Joh. van Veen en Ir
W. C. Visser. Deze Werkcommissie is begonnen met het verzamelen