13
behoorden, actief te zijn en dus óf op beide terreinen te beunhazen
óf zich te voorzien van krachten die in staat waren de gestelde proble
men te begrijpen en naar een oplossing te streven. Zowel het een ah
het ander was een mogelijkheid met onoverkomelijke bezwaren. De
bonafide handel stelt er prijs op blijvend gerespecteerd te worden. Dat
is eenvoudig een zaak van goodwill. En dat wordt bij beunhazerij
iets wat onmogelijk te bereiken is. En ten andere is het aanstellen van
deskundige krachten op velerlei gebied teneinde als raadgevers te
kunnen optreden een dusdanige verhoging van het kostencijfer, dat
commercieel nauwelijks nog lucratief kon worden gewerkt. Aan de
zijde van de handel lagen derhalve genoeg problemen om te trachten
tot betere verhoudingen te komen. Aan de zijde van degenen intussen,
die in de practijk de reprotechniek hadden toe te passen we noemen
hen tot nu toe reproductie-technici, maar in de toekomst zullen zij
waarschijnlijk wel reprografen genoemd worden lagen de moeilijk
heden toch minstens even hoog opgestapeld, want het gold op dit ter
rein zelf de weg vinden zónder kompas en zonder goede kaarten.
Het was in letterlijke zin pionieren en veelal te werk gaan onder
zuchten en steunen en vooral met soms ongemotiveerde hoop in het
hart, dat het wel lukken zou. De enige voeling die bestond was die
tussen deze technici en de handelaren.
En waren beiden feitelijk niet haast altijd onvoldoende op de
hoogte? Was het ook hier niet dikwijls het leiden van de blinde door
de lamme?
Zo was het begin. Indien de reprotechniek van geen betekenis zou
zijn geweest en indien men reprografisch niet had kunnen beantwoor
den aan velerlei dwingend gestelde vragen, dan zou heel deze techniek
niet tot ontwikkeling zijn gekomen. Maar de ontwikkeling ging met
haast ijzingwekkende snelheid voort. In nauwelijks enige tientallen
jaren is de reprotechniek van een aardige liefhebberij geworden tot
een bittere levensnoodzaak zowel voor wetenschappelijke instellingen,
voor administraties als voor bedrijven. En er is alleen al in ons
land een grote groep van ernstige mannen werkzaam, die zich voor
het beste deel van hun leven bezig houden met reprografische zaken.
In allerlei verhoudingen en in allerlei omstandigheden. Daardoor was
het ook mogelijk, dat eind 1946» toen ons vaderland nog nauwelijks
zich bewust was geworden dat de oorlog voorbij was, dat althans niet
meer op ons grondgebied met de wapenen gevochten werd, er toen
reeds door nijvere mannen gegevens waren bijeengebracht over de
voortschrijding van de reprotechniek tijdens de oorlogsjaren in het
buitenland en voornamelijk in Amerika; toen bleek ook dat in ons
eigen vaderland de onderzoekers en de fabrikanten niet hadden stil
gezeten en tot nieuwe vondsten waren gekomen, dat toen de hande
laren meer de handen vrij wilden hebben voor hun eigenlijke taak van
bemiddelaars tussen wetenschappelijke onderzoekers, fabrikanten en
verbruikers en dat anderzijds degenen, die met de toepassingsmoèilijk-
heden kampten, een poging deden om tot een bepaalde binding te
komen op dit zo nieuw ontdekte en verkende terrein. Er moest coör
dinatie plaats vinden, bundeling van krachten en vooraler moest een