17
documentreproductie, in ons vaderland gaande is. Als de bijzonder
heden hiervan U als zodanig niet interesseren, dan kunt U alles wat op
het gebied van de documentreproductie in ons land geschiedde en
nog geschiedt en voor zover het mij gelukt is U daarvan enig denk
beeld te geven, toch zien in het licht van een culturele waarde. Neder
land pioniert immers op dit stuk. Er is hier sprake van een cultuurgoed,
daaraan zult U, naar ik waag te geloven, niet twijfelen. We zijn hier
in ons vaderland op dit punt wakker. We zien de ontwikkeling van de
dingen niet zich voltrekken buiten onze bemoeiing en buiten onze be
ïnvloeding om, maar we proberen een leidende hand uit te steken.
Neen, geenszins een leidende hand die stremmend werkt. Dat zou
heel makkelijk mogelijk kunnen zijn. ik verheel me dat niet. Maar we
willen de kunst van leiden trachten te beoefenen op dit terrein, op de
voortreffelijke manier waarop Nederlanders dat al zo vaak hebben
kunnen doen in het verleden en in het heden ook nog. Zonder al te
grote voortvarendheid gelijke tred houden met de evoluerende krach
ten. zodat we niet achter raken en de zaak buiten ons gezichtsveld
zien verdwijnen op zeker ogenblik, maar „bij" blijven en alleen daar
ingrijpen waar woekering dreigt te ontstaan. En voor de rest het
initiatief op alle punten de vrije loop laten, elke kracht zich la'.en
uitvieren en dan het totaal van alle krachten bij elkaar bundelen, tot
één sterk geheel. Ik geloof zonder verwatenheid en met ernst te mogen
zeggen dat deze tendens leeft in het Genootschap voor Document
reproductie en daarmee want het Genootschap en het veld van
arbeid dekken elkaar vrijwel het hele reprografische terrein in ons
vaderland.
Voor U blijft na dit betoog de vraag nog onbeantwoord wat U,
in Uw wetenschap, in Uw dagelijkse activiteit met de reprografie zult
kunnen aanvangen. Ik heb het U in de aanvang al gezegdik kan die
vraag niet beantwoorden, ik weet het niet. Maar dat er een antwoord
op is, en zelfs een indrukwekkend en verheugend antwoord daarvan
ben ik volstrekt zeker. Ik heb U reeds gezegd, dat de aanstaande
studiedagen van het Genootschap voor U van veel belang zullen
kunnen zijn. Intussen meen ik, dat er aanleiding is om een enkel
moment te overwegen, dat we eigenlijk min of meer in dezelfde positie
verkeren als degenen in de XVe eeuw die stonden voor de verworven
heid van de boekdrukkunst. Misschien zijn onze voorvaderen veel meer
geschokt geweest in het diepst van hun ziel bij het ervaren van de
wonderen der drukpersen, dan wij het zijn door de wonderen van de
reprografie. Het is verklaarbaar, dat verschil in reactie. Wij vallen
van de ene verbazing in de andere bij alles wat er jaar na jaar in een
haast onafgebroken reeks op het gebied van de exacte en toegepaste
wetenschappen wordt gevonden en gepresteerd. Het verbazen wordt
gewoonte en laten we het elkaar eigenlijk maar eerlijk bekennen
van heel veel verworvenheden van de tegenwoordige mensheid, van
heel veel resultaten van groots en ernstig wetenschappelijk onderzoek,
van heel veel nieuwe producties, kennen we het bestaan niet eens of
maar nauwelijks. De vloed van nieuwe waarden is te groot en ander
deels onze verzonkenheid in eigen belangen te intens dan dat we alles