21
dastrale boekhouding ten kantore van de hypotheekbewaarder, krijgt
de ene eigenaar dus bij het kadaster 17 ca minder op naam dan
vroeger en de andere evenveel ca meer.
Zij ontvangen beiden van dit resultaat der hermeting bericht door
middel van de bekende officiële kennisgeving verzonden door de
hypotheekbewaarder. Hierin wordt gewezen op de bevoegdheid bij
Gedeputeerde Staten te reclameren tegen het resultaat der hermeting.
Er wordt niet gereclameerd; de kennisgevingen (alhoewel aange
tekend door de rijksadministratie verzonden) worden blijkbaar onge
lezen terzijde gelegd. Dit is een zeer veel voorkomend verschijnsel. De
redactie van de kennisgeving geeft er alle aanleiding toe.
Dan steekt enige jaren later de storm op. De eigenaar van het kleiner
geworden perceel treedt met een adspirant-koper in onderhandeling
over de verkoop van zijn perceel. De koper raadpleegt de aankoopakte
van verkoper; deze akte vermeldt de vroegere oppervlakte van het
perceel (die dus 17 ca groter is dan de oppervlakte die thans op naam
van de adspirant-verkoper bij het kadaster geboekt is) en gezien
deze oppervlakte wordt het koopcontract gesloten. In de koopakte
wordt als kadastrale omschrijving van het verkochte terrein genoemd
het nieuwe perceel, met de nieuwe, dus verkleinde oppervlakte!
Zoals wel vaker gebeurt, leest de koper dan wat aandachtiger de
akte van aankoop van zijn verkoper en zijn eigen koopakte. Beide stuk
ken (titels) zijn dan in zijn bezit. Hij vergelijkt deze en ziet een on
verklaarbaar verschil. Hij raadpleegt de kadastrale kaart vóór en na de
hermeting en kan, evenmin als de verkoper zelf, verklaren waarom
een waardevol deel van het erf gevoegd is bij het eigendom van de
buurman.
Bezoek bij de landmeter. De tijd om te reclameren bij Gedeputeerde
Staten is voorbij. De kadastrering steunt op de gemeenschappelijke
aanwijzing van de beide eigenaren. De afwijking tussen gebruiksgrens
en oorspronkelijke kadastrale grens is de landmeter niet ontgaan. Deze
heeft, gezien de verklaring van belanghebbenden, gedacht aan een fout
bij het kadaster en de percelen op de kaart geredresseerd (zoals de
vakterm luidt). De verkoper neemt dit niet en ontkent de juistheid
van de grensaanwijzing door zijn lasthebber. De landmeter is daarop
wel bereid het redres ongedaan te maken (herstel dus van de perceels-
vorm voor de hermeting) echter onder voorwaarde, dat beide partijen
de oude kadastrale grens als de eigendomsgrens aanwijzen. De eigenaar
van het verkochte terrein is hiertoe zeer zeker bereid, de ander weigert.
In plaats van na het advies van de landmeter, bij het hoofd van de
administratie, de bewaarder, de zaak nog eens te bespreken en zo
doende tot gemeenschappelijk overleg te komen tussen landmeetkun
dige dienst en administratie, wordt een advocaat in de arm genomen.
De bewaarder wordt gedagvaard. Voor de rechtbank heeft hij er
zich over te verantwoorden waarom zijn kadastrale boekhouding niet
klopt met de in de openbare registers gepubliceerde stukken (art. 671
B.W.). Hij zal ,.gehengen en gedogen" dat op last van de rechter de
kadastrale tenaamstelling weer geredresseerd wordt.
Ik merk hier op, dat de kadastrale administratie behoort tot de