23
Eventueel ware te overwegen geweest de hierboven omschreven
strook grond op naam van de buurman als bezitter te boeken.
Nu kon de gehele kwestie slechts terug gebracht worden tot de
bekende en in vakkringen veel besproken vraaghoever gaat de be
voegdheid van de landmeter kadastrale gegevens te redresseren en in
hoever is de bewaarder (die de resultaten van de opnemingen te velde
van de landmeter ontvangt) hieraan gebonden?
In beginsel kan er slechts sprake zijn van redres wanneer een fout
hersteld wordt die door een kadasterambtenaar gemaakt is. Een fou
tieve berekening of kaartering wordt geredresseerd. Hiertoe behoort
ook het geval, dat de ambtenaar een fout maakt door toedoen van
anderen, hij ontving b.v. verkeerde aanwijzingen op het terrein. For
meel mankeert er dan niets aan zijn werk, toch moet er geredresseerd
worden na juiste aanwijzing (het is wel zaak hiermee zeer behoedzaam
te zijn indien er een vrij grote tijdsruimte ligt tussen oorspronkelijk
werk en correctie; denk aan de publicatie). Zo ver mogelijk gaat de
bevoegdheid van de ambtenaar wanneer hij, gezien de aanwijzingen
door partijen bij de delimitatie, vroegere aanwijzingen dus oud
veldwerk redresseert. In afwijking van aanwijzingen uit vroeger
jaren, zijn partijen (mogelijk de rechtverkrijgenden van hen die des
tijds inlichtingen verstrekten) thans van mening, dat b.v. de scheids
muur niet mandelig is. Als eis zou ik hierbij willen stellen, dat er geen
conflict ontstaat met hetgeen in de openbare registers is gepubliceerd.
Gaat men verder, dan miskent men de betekenis dezer registers.
In onderling overleg werd het door de landmeter toegepaste redres
in dit geval ongedaan gemaakt. De kadastrale kaart, de legger en het
openbaar register (671 B.W.) klopten zodoende weer met de toestand
van voor de hermeting.
De civiele procedure neemt nu een andere loop. Belanghebbende
(in ons geval de verkoper) hoopt een declaratoir vonnis uit te lokken
waarbij hij erkend wordt als eigenaar van de betwiste strook en waarbij
hij door de rechter gemachtigd wordt deze te doen ontruimen op kosten
van de wederpartij. Een naar hedendaags recht bevredigend resultaat,
waarover men echter in kadastrale kringen ongetwijfeld verschillend
zal oordelen.
Tenslotte laat ik buiten beschouwing de vraag voor wiens rekening
de nadelige gevolgen zijn van conclusies die men (denk hierbij ook aan
de hypothecaire schuldeisers) te goeder trouw uit een „geredresseerde"
kadastrale tenaamstelling heeft getrokken.
November 1948.