1
36
Guit fig. 31 blijkt, dat R h cotg G. Daar de grenshoek ongeveer
45° is, kan worden aangenomen dat R h.
Verdelen we het inwerkingsoppervlak door concentrische cirkels
h
afpeó. /sso C
1
/?-/>cotyG j
1
1
i
1
1
1
l
*-
1
1
\i
F/gat
Meyers
(zie fig. 32) in een bepaald aantal ringen, zodanig dat
i?2 2R1
R3 3ri enz.
Het aandeel in de verzakking van elk dezer ringen die we zóne I.
II. enz. noemen is de onbekende X\, enz.
De verzakking, veroorzaakt door de ontkoling van zóne I is Xi d,
van zóne IIXo d, enz.