40
schenen, was het Bestuur genoodzaakt ze in het Huishoudelijk Orgaan
te publiceren, omdat het Tijdschrift nog niet kon verschijnen. Ik meen
dit even te moeten memoreren, omdat dit artikel van Mr. J. H.
Jonas anders tot misverstand aanleiding kon geven.
Het is niet ons plan de aangesneden problemen verder te laten
rusten. Zoals ook reeds in het huishoudelijke gedeelte van de Ver
gadering is meegedeeld, zal het Bestuur zich beraden over het houden
van een enquête onder de leden over de mogelijkheden die de bijhou-
dingsdienst biedt voor het inschakelen te velde van technische ambte
naren. De titulatuur van de landmeters moet nog een ernstig punt
van overweging uitmaken. Hoewel wij de juridische problemen niet
vruchtdragend kunnen bespreken vóór we weten hoe het nieuwe
B.W. er uit zal zien, meent het Bestuur toch, dat wij misschien een
volgend jaar de Hermetingswet wel aan de orde kunnen stellen. Ik
beveel dit onderdeel van het rapport daarom warm ter bestudering
en ter behandeling op de afdelingsvergaderingen aan.
Met vreugde kunnen wij memoreren, dat enige dagen geleden de
wijziging van de Hoger-Onderwijswet betreffende de studie voor
geodetisch-ingenieur in de Tweede Kamer der Staten-Generaal is
aangenomen. Dit is een gouden kroon op een lange strijd, waaraan
K. en L. wel de beginstoot heeft gegeven. Wij wensen ook onze
docenten te Delft geluk met dit resultaat en hopen dat dit voor de
landmeetkunde een goede toekomst waarborgt. Omtrent de overgangs
bepalingen is ons niets definitiefs bekend. Het Bestuur heeft sterk
geijverd voor een toekenning van de ingenieurstitel aan de landmeters
van het kadaster die in het bezit zijn van het Wageningse of Delftse
diploma. Stellig zal de officiële instelling van deze studierichting te
Delft niet onopgemerkt voorbijgaan. Ik mag de leden wel opwekken
hierbij van hun belangstelling te doen blijken. Een ernstig probleem
dat ons bezighoudt is wel het contact met de Internationale Land
meters-Federatie. Wij komen hier bij het desbetreffende agendapunt
nader op terug.
De heren Beniest, Humblet en Van der Linden, resp. voorzitter,
vice-voorzitter en secretaris van de Belgische Unie van M.S.O.G.,
zijn inmiddels gearriveerd. De Voorzitter heet de Belgische delegatie
hartelijk welkom. De heer Humblet, in de Vlaamse taal sprekend,
brengt dank voor de woorden van de voorzitter en constateert, dat hij
getroffen is door de grote overeenkomst tussen de problemen, waar
mede de Nederlandse en de Belgische collega's in aanraking komen.
De voorzitter opent de vergadering.
b. Notulen der vorige vergadering. Goedgekeurd.
c. Verslag ingevolge art. ióa Huishoudelijk Reglement. Goed
gekeurd.
d. De redactie van het Tijdschrift en de voorziening in die redactie
Prof. J. M. Tienstra en Mr. JH. Jonas wensen hun redacteurschap
neer te leggen. De voorzitter brengt hun dank voor het vele werk, dat
zij in deze functie hebben verricht en het hoge peil waarop zij het
Tijdschrift hebben gehouden. De voorstellen om Mr. K. J. Bes en