KARTOGRAFIE
CAREL BLOEMEN,
Documentreproductie
Archivaris der Staatsmijnen in Limburg:
(Lezing, gehouden op het 8e Congres der N.L.F. te Utrecht op
30 Octoher 1948.)
Het zal wel altijd een ondoorgrondelijk geheim blijven óók voor
mijzelf waar ik eigenlijk de moed vandaan gehaald heb, om op dit
ogenblik voor U te komen staan en U te gaan toespreken over het
onderwerp .Documentreproductie".
Ik kan immers niet verhelen U zult het spoedig genoeg zelf be
merken dat ik fameus ondeskundig ben op dit terrein. Ik beschik
over niet meer dan enig globaal inzicht op dit stuk, ik weet zo ten
naaste bij wat er in ons land op dit gebied gaande is en ik verheug
me er in dat ik de meeste termen die in betrekking tot de doc.repr.
gebruikt worden zonder moeite kan uitspreken.
U zult U, na deze inleidende woorden die waarlijk geen rook
gordijn betekenen waarachter ik me in hoogmoed zit te verkneukelen,
maar die de belijdenis zijn van telkens maar al te pijnlijk ervaren on
kunde natuurlijk afvragen wat mij dan bezield heeft om de uit
nodiging van Uw bestuur te aanvaarden en naar Utrecht te komen
met de opzettelijke bedoeling de documentreproductie tot een onder
werp van bespreking te maken. Sommigen van U, die weten dat ik
voorzitter ben van het Nederl. Genootschap voor Documentreproductie
zullen denken, dat ik aan die titel voldoende gezag ontleen om hei
onderwerp te behandelen. Zij vergissen zich. Want hoe vruchtbaar en
aangenaam het presidium van dat Genootschap me ook steeds is ge
weest, het heeft me niet veel meer kennis omtrent de techniek van
de documentreproductie en van alles wat daarmee samenhangt, ge
bracht dan ik aanvankelijk al bezat, d.w.z. eigenlijk hoegenaamd geen
kennis. Mijn accomodatievermogen is op dit stuk te klein.
Wel heb ik me een beter oordeel kunnen vormen omtrent de be
tekenis en de waarde van de documentreproductie voor het menselijke,
voor het maatschappelijke leven. Van die waarde ben ik onder de indruk
geraakt. Erï de overweging, dat ik hier een poging kan wagen om te
trachten U voor zover dat nog nodig is ook enigermate onder
de indruk te brengen van de zo vérstrekkende maatschappelijke be
tekenis van de documentreproductie, was mij voldoende motief het
risico te aanvaarden dat nu eenmaal aan een spreekbeurt als deze vast
zit, namelijk van niet meer voor „vol" te worden aangezien en voor
mij en voor U, om van kostbare tijd te worden ontroofd, die betere
besteding waard zou zijn geweest.
Dat is het nu juist. We willen toch eigenlijk allemaal steeds weer
opnieuw voor vol, voor helemaal vol worden aangezien en we hebben
het druk, ontzettend druk, geen tijd te verliezen, voortgejaagd als we