J. J. GORTER
De administratieve kosten van ruilverkaveling
141
Ingenieur-verificateur van het kadaster te Arnhem:
In een artikel, opgenomen in het nummer van i April 1949 van
dit Tijdschrift, maakt L. Korver een vergelijking tussen de admini
stratieve kosten van ruilverkaveling in Frankrijk en Nederland. Daar
bij worden onder administratieve kosten verstaan alle kosten van de
door de ruilverkavelingsdienst te verrichten werkzaamheden. De schrij
ver komt tot de conclusie dat ze voor ons land aanmerkelijk hoger
zijn dan voor soortgelijke werkzaamheden in Frankrijk en vindt zelfs
een verhouding 3:1, zij het in verband met de hem ten dienste
staande schaarse gegevens onder het nodige voorbehoud. „Maar",
zo besluit hij, „toch is het gevonden verschil zodanig groot, dat wij
goed zullen doen ons te bezinnen en te streven naar snellere, goed
kopere werkwijzen- Vooral in deze tijd van lege schatkist en hoge
belastingen. Voeren wij zelf niet de noodzakelijke versoberingen door,
dan neemt straks het bekende domme potlood onze taak over".
Men kan alle waardering hebben voor de wijze waarop Korver
het vraagstuk van tijd en kosten tracht te benaderen, maar de vraag
mag toch wel gesteld worden of deze krasse uitspraak in overeenstem
ming is met de voorafgaande bewijsvoering.
Kunnen wij daarvoor volstaan met een vergelijking alleen met
Frankrijk en zijn de gevonden getallen zonder meer tegenover elkaar
te stellen?
Korver gaat uit van de formule: D 1,2 X ha 3,6 X R 55,
waarbij D aantal te besteden dagen voor een ruilverkaveling,
hagrootte van het blok in hectaren en R aantal bij de ruilver
kaveling betrokken eigendommen (leggerartikels).
Noemen we het aantal dagen, dat per ha nodig isd, dan kunnen
wij de formule ook schrijven: d 1,2
De formule is afgeleid uit de gegevens van een 17-tal ruilverkave
lingen, die de schrijver blijkbaar toevallig ter beschikking stonden en
waarvan het niet zeker is dat ze representatief voor het gehele land
zijn.
Aangenomen mag intussen worden dat de uitkomsten enige ge
volgtrekkingen toelaten, maar dan alleen voor het gemiddelde van
een niet te klein aantal ruilverkavelingen, en meer in relatieve dan
absolute zin. Voor de berekening van de tijd van elke ruilverkaveling
afzonderlijk kan aan de uitkomsten van de formule zeer weinig waarde
worden toegekend; daarvoor zullen behalve de voor de tijdsbepaling
inderdaad meest belangrijke factorenoppervlakte en aantal eigendom
men, voor elk geval te vaak verschillende andere factoren optreden,
die de tijd mede in grote mate beïnvloeden.
Korver erkent, dat zijn formule een grove benadering geeft en hij