142 somt een groot aantal factoren op, die invloed op de tijd kunnen hebben, en hij komt veronderstellenderwijs tot een onnauwkeurigheid, die uitgedrukt zou worden door een m.f.„misschien wel in de buurt van 30 Van 53 gereedgekomen ruilverkavelingen berekende ik de werke lijke tijd per ha en die volgens de formule-Korver. Een tweetal abnor male gevallen werd hierbij buiten beschouwing gelaten. De afwijkingen van de uitkomst-Korver bleken, op io-vouden af gerond, als volgt te zijn 4 X 0%, 9 X 10%, 11 X 20%, 9 X 30%, 4 X 40%, 7 X 50%, 3 X 60%, 1 X 70%, 2 X 90%, 1 X 110%, 1 X 130% en 1 X 150%. Hieruit volgt een middelbare fout van 50%. Naar 5 grootteklassen rangschikkend vond ik 7 ruilverkavelingen, kleiner dan 100 ha: m.f. 50% 12 tussen 100 en 200 ha: 30% 15 200 en 500 ha: 40% 10 500 en 1000 ha: 70% 9 groter dan 1000 ha60% Ik moet verder nog wijzen op enkele onnauwkeurigheden in het betoog van de schrijver. Als gemiddelde wordt aangenomen een ruilverkaveling van 500 ha met 250 eigendommen. De formule daarop toegepast geeft per ha: 3,1 dag. Het gemiddelde van de thans in uitvoering zijnde en ook dat van de komende ruilverkavelingen moet echter gesteld worden op 1000 ha met hoogstens 300 eigendommen. Hiervoor wordt met de formule-Korver een tijd berekend van 2,3 dag per ha. Vervolgens berekent Korver de ruilverkavelingskosten op grond van de personeelsbezetting van vóór de oorlog. Dit is niet juist; er zou moeten worden uitgegaan van de tegenwoordige bezetting van 1 landmeter tegen 3 a 4 tekenaars schrijvers. Bij deze bezetting en met een prestatie van 2,3 dag per ha zijn thans de totale kosten, dus met inbegrip van de materiële kosten, vrij nauwkeurig te berekenen op 50.per ha en zullen ze voor 1939 niet hoger gesteld behoeven te worden dan 35. Tenslotte wordt aangenomen, dat het voorbeeld uit de Ardennen het Franse prototype weergeeft. Dit kan wel zo zijn, maar het is toch niet meer dan een aanname. Nogmaals geef ik toe, dat Korver steeds het nodige voorbehoud maakt over de door hem geproduceerde getallen, maar is dan de uit spraak waartoe hij komt daarmede wel in overeenstemming? Was het ook niet nodig geweest zich rekenschap te geven van de wijze waarop in elk der beide landen de ruilverkaveling wordt uitgevoerd en ver gelijkingen te treffen met andere landen? Ik meen te weten dat het fantastische ruilverkavelingsprogramma in Frankrijk de aandacht heeft van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, wat vermoedelijk wel tot een nadere bestudering zal leiden, zodat wij misschien over enige tijd over beter

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 38