3767 146 Het is niet aan te nemen, dat in Duitsland en in Zwitserland, waar ■men uit langdurige ervaring tot bepaalde werkwijzen is gekomen, de technische en administratieve uitvoering van ruilverkaveling op oneco nomische leest geschoeid zou zijn. Wanneer we nu uit het voorgaande kunnen opmaken, dat Neder land ten opzichte van deze landen geen slecht figuur slaat, is het toch wel enigszins voorbarig na een oppervlakkige vergelijking met Frank rijk, waar de verhoudingen bovendien anders liggen, een alarmkreet te slaken en ,,het domme potlood" op te roepen. Het is mij trouwens niet duidelijk wat dat potlood zou moeten doen en ik veronderstel, dat deze tirade aan de pen van de schrijver ontsnapt is. Maar vraagt men of gestreefd dient te worden naar de grootst mogelijke tijdsbesparing in de uitvoering van ruilverkavelingen, dan kan mijn antwoord niet anders dan bevestigend luiden. Dit moeten wij altijd doen en, al kan zulks nuttig zijn, wij behoeven daarvoor niet noodzakelijk een vergelijking met andere landen te maken. Dat er per ha enkele guldens bespaard worden is van belang, ook al is deze besparing op de totale kosten procentsgewijze zeer gering, maar veel belangrijker is het dat de capaciteit van de ruilverkavelings- dienst verhoogd wordt en dus per jaar enkele duizenden hectaren meer verkaveld kunnen worden. Zijn daartoe voldoende mogelijkheden aanwezig en welke? Het is de grote verdienste geweest van de in de aanvang met de leiding van de ruilverkavelingsdienst belaste Ingenieur-verificateur J. F. A. van Riessen, dat deze dienst zakelijk werd opgezet en dat van den beginne af door toepassing van uniforme en eenvoudige werk methoden getracht werd het werk in de kortst mogelijke tijd te vol brengen. In het onderstaande staatje wordt van de tijdsduur der 53 reeds genoemde ruilverkavelingen een overzicht gegeven. De tussen haakjes geplaatste getallen geven het aantal dagen per ha, dat volgens de formule-Korver zou moeten zijn besteed. 1925-193110 ruilverk. totaal 4391 ha, 1,77 dag/ha (2,84) 1932-19369 2369 2,70 (3,05) I937-I939: 8 3.07 (3,77) 1940-194110 4911 2,45 (2,67) 1925-194137 15438 2,44 (2,96) 1942-1948: 16 15281 3,50 (2,38) Wat het meest opvalt, is de gunstige tijd van de eerste jaren en het ongunstige beeld, dat de ergste oorlogsjaren met de drie daaropvolgen de te zien geven. De per ha nodige tijd blijkt dan het dubbele te be dragen. Daar tussen in ligt de tijd die van 1032 tot 1941 besteed moest worden. De eerste ruilverkavelingen waren over het algemeen van vrij een voudige aard. Complicaties deden zich niet voor en ze konden door de kleine groep ruilverkavelaars vlot volgens het vooraf opgemaakte werkprogramma worden uitgevoerd. Ze betroffen grotendeels hooi landen en woeste gronden. Het werk was overzichtelijk. Geleidelijk

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 42