147 kwamen meer bewerkelijke blokken in behandeling, b.v. Staphorst, dat in 1938 gereed kwam en niet te vergelijken is met ruilverkavelingen uit de eerste periode zoals Nieuwleusen en Wanroysche Peel. De verhouding van de bestede tijden bleek hier zelfs ongeveer 3:1 te zijn. Toch werden Staphorst en Nieuwleusen, en Wanroysche Peel gedeeltelijk, door dezelfde landmeter uitgevoerd. Dat de tijd tot meer dan 2 dagen per ha zou oplopen was een nor maal verschijnsel. Minder normaal is de y/2 dag van de in 1942-1948 gereedgekomen ruilverkavelingen. Als oorzaken van de hoge gemid delde tijd zijn te noemen: ie. de door de oorlogsomstandigheden verminderde arbeidsproducti viteit, 2e. dikwijls optredende stagnatie in de uitvoering van wegen en waterlopen tengevolge van door de bezetter genomen maatregelen en ook door materialenschaarste, wat veel dubbel werk veroor zaakte, 3e. een plotselinge sterke uitbreiding van de ruilverkavelingsdienst, nodig geworden door de grote toeneming van het aantal ruilver kavelingen, waardoor er tijdelijk een tekort aan ervaren krachten was, 4e. de groeiende moeilijkheden verbonden aan de regeling van de pacht, die vroeger bijna steeds aan het overleg tussen de betrok ken partijen kon worden overgelaten, 5e. het blijvend veranderde karakter der ruilverkavelingen, die thans veel meer gezien moeten worden in het raam der ruimtelijke ordening, waarbij dus ook andere dan landbouwkundige vraag stukken tot oplossing moeten worden gebracht en de landmeter het tempo niet steeds meer in de hand heeft, wat tevens het geval is bij ontginning of herontginning op grote schaal. De onder ie, 2e en 3e genoemde oorzaken waren van tijdelijke aard en we kunnen ze vrijwel als tot het verleden behorend beschouwen. Wat 4e betreft, wil er op wijzen, dat de in artikel 19 van de I^uilverkavelingswet genoemde regeling van de pacht slechts kan betekenen, dat aan de pachter een ander object, maar toegedeeld aan dezelfde verpachter, kan worden aangewezen. De pachtverhouding blijft dus dezelfde, tenzij in bijzondere gevallen tot opheffing moet worden besloten. De belangen van pachter en verpachter zijn echter in vele gevallen zodanig strijdig, dat voor het verkrijgen van een goede gebruikstoestand in de nieuwe indeling verwisseling van pach ter, en soms op grote schaal, nodig is. Dit kan alleen langs vrijwillige weg geschieden, wat zeer veel tijd en moeite kan kosten en waarbij de bepalingen van het Pachtbesluit nageleefd moeten worden. Door wijziging van de Ruilverkavelingswet zou op dit punt in de uitvoering der ruilverkaveling enige vereenvoudiging zijn te bereiken, maar deze pachtregeling blijft toch een aanzienlijke tijd vragen. Omtrent 5e kan worden opgemerkt, dat ten behoeve van een goede uitvoering de ruilverkaveling nu eenmaal in het grotere verband moet

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 43