153
Ondanks dit verschil maken de bovenvermelde cijfers een machtige
indruk, vooral de geprojecteerde voor de komende jaren. De organi
satie schijnt evenwel nog niet geheel te kloppen, hetgeen volgt uit een
vergelijking over de afgelopen jaren van
het aantal beschikbare landmeters,
de jaarprestatie van één landmeter plus technisch personeel,
de gemiddelde duur van een ruilverkaveling en
het aantal gereedgekomen ha.
Verder geeft het verslag een overzicht van de bespreking van een
aantal punten, waarover in de Commissie volledige overeenstemming
bestaat. Aan het slot wordt een resumé van deze punten gegeven, dat
als volgt luidt:
1Tempo van uitvoering
in 1949 wordt 800.000 ha in behandeling genomen waarvoor 3
milliard francs nodig zijn, van 195° jaarlijks 1.000.000 ha, waar
voor per jaar 4 milliard francs nodig zijn.
2. Financiering:
het is noodzakelijk de huidige wijze van financiering door de Staat
ten laste van het algemeen budget te handhaven (en dus niet met
behulp van Marshall gelden).
3. Installatie van landmeters:
aan jonge landmeters wordt een lening verstrekt („prêts d hon-
neur") van 500.000 francs om hun installatie en de aanpak van de
hun toevertrouwde werkzaamheden te vergemakkelijken.
4. Noodzakelijkheid van propagandavoering
propaganda zal gevoerd worden in overleg tussen de Dienst van de
Génie Rural en de verenigingen van exploitanten.
5. Wettelijke maatregelen zijn nodig
om verkeerde aanplant te voorkomen op cultuurgronden die zullen
worden verkaveld en om een reglementering van de verkoop ge
durende de ruilverkaveling te verkrijgen.
De onjuiste aanplant van boomgaard of bos in een voorgenomen of
in behandeling zijnde ruilverkaveling geeft ook in ons land moeilijk
heden.
Journal des Géomètres-Exper'ts, December 1948, pag. 465. Le
problème du remembrement et du regroupement cultural. J. M.
Schermber, docteur ès-sciences économiques.
De schrijver betoogt de absolute noodzakelijkheid de landbouw in
Frankrijk op een modernere basis te brengen, waarvoor allereerst de
indeling van de bodem moet worden verbeterd. Bij zijn onderzoek naar
de wijze waarop dit behoort te geschieden, gaat hij uit van de volgende
principes
1de urgentie van de hergroepering der percelen
2) de armoede van het land, die vereist dat de gespendeerde gelden
rendabel zijn voor particulier en staat;
3) de toenemende belangrijkheid van het gebruik ten opzichte van de
eigendom
