170 Het komt een enkele maal voor dat het onmogelijk is een meetlijn in een perceel te brengen, en dan een losse polygoon van b.v. twee trekken wordt uitgezet. Een voorbeeld hiervan geeft figuur 12. De detailmeting vindt verder op de gebruikelijke wijze plaats. Het is echter te begrijpen dat het meten van een dergelijke polygoon in don kere gangen of magazijnen veel tijd eist. Bij scheefhoekige blokken kan het opmeten dikwijls veel voordeel trekken van de aanwezigheid achter de percelen van een meetlijn die evenwijdig loopt aan de polygoonzijde op de straat. Vooral in drukke winkelstraten vereenvoudigt dit de meting soms in hoge mate. Een voorbeeld is gegeven in figuur 13. Achter de percelen van de Heren gracht met hun grote tuinen is het aanbrengen van een lijn de vrij eenvoudig. Daarna zet men de hoek def uit gelijk aan hoek abc, en verkrijgt dus ef bc. In verband met de slechte toegankelijkheid van de winkels in de Leidsestraat, waar de percelen meestal geen erf heb ben, en waar de inventaris zeer hinderlijk is, wordt de meting zelf en de controle op de doormetingen veel gemakkelijker gemaakt. Elk te meten blok is omgeven door lijnen van de meetkundige grondslag. Met het oog op het doorrekenen van en de controle op de, in de percelen ingebrachte lijnen, wordt steeds getracht zoveel moge lijk aan het volgende te voldoen (fig. 14). Aan de einden van het blok worden de veelhoekszijden ab en cd, behalve door de verbindingslijnen der vaste punten, langs welke lijnen de detailmeting meestal plaats heeft, ook ten opzichte van elkaar door loodlijnen bepaald en wel naar beide zijden. Het is duidelijk dat bij het doorrekenen van het blok van de kant waar ab loopt naar die waar cd zich bevindt, op elke ingebrachte lijn controle is uit te oefenen, vooral wanneer de toppen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 12