192 kleiner geworden, waar is mijn grond gebleven? Vooral als het per ceel van een aanliggende eigenaar toevallig groter is geworden, het geen bij hermeting meermalen voorkomt, is het dikwijls erg moeilijk, de belanghebbende ervan te overtuigen, dat hij toch werkelijk geen stukje van zijn perceel heeft verspeeld, maar dat de wijziging uit sluitend het gevolg is van de grotere nauwkeurigheid waarmee nu is gewerkt. Kan hij zich nu beroepen op zijn titel en zeggenik wil mijn grond terug hebben? Of met andere woorden: is hier strijd met de openbare registers ontstaan? Neen. De in de akte vermelde grootte was zonder er bij stil te staan uit de kadastrale legger overgenomen en was dus de onnauwkeurige oude kadastrale grootte. Ver betering hiervan kan m.i. geen strijd met de openbare registers doen ontstaan. In het volgende geval van redres-aanwijzing is er ook geen strijd met de openbare registers. In 1930 werd door A aan B een bouwterrein verkocht, breed onge veer 13 meter, groot ongeveer 450 ca. Bij de toepassing van deze akte in hetzelfde jaar werd de nieuwe grens door A en B aan de land meter aangewezenzij was op het terrein aangeduid door twee ijzeren buizen. De breedte van het nieuwe perceel bleek te zijn 12,70 meter, de oppervlakte 435 ca. In 1948 had hermeting plaats van het gebied waarin dit perceel gelegen is. Delimitatie vond plaats, dezelfde eige naren A en B verschenen en gaven aanwijzing. De ijzeren buizen uit het jaar 1930 waren verdwenen; beide eigenaren wezen nu als grens aan de buitenkant van de door B geplaatste afrastering, een ijzeren hek op stenen voeten. Deze bleek echter ongeveer een halve meter uit de in 1930 opgemeten lijn der ijzeren buizen te staan, zodat het perceel van B nu 13,20 meter breed was. Wat nu te doen Er zijn landmeters die zich op het standpunt plaatsen van „eens ge meten, blijft gemeten". Zij zullen er niet van willen horen, hier redres toe te passen. Naar mijn mening is er echter geen bezwaar tegen, dit wel te doen. Er ontstaat geen strijd met de openbare registers, want de breedte van het perceel is thans nog even goed in overeenstemming met de akte en de oppervlakte zelfs veel beter. Er bestond volkomen overeenstemming tussen belanghebbenden en waarom zou men dan een fictieve lijn op de kaart en in het veldwerkarchief handhaven die niet meer een „afspiegeling is van de levende eigendomstoestand" (Haasbroek) Redres-tenaamstelling kan noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld in het volgende geval. Bij het in aanraking komen van ongenummerde we gen of beken waarvan in de kadastrale stukken geen eigenaar bekend is, werd vroeger veelal bij nummering dit ongenummerd op naam van de gemeente gesteld. Thans blijkt dit meermalen niet juist te zijn. Dikwijls is de aangrenzende eigenaar ook eigenaar van een gedeelte weg of van de halve beek die langs zijn grond ligt. Na grondig onder zoek en ingewonnen inlichtingen bij het gemeentebestuur kan in deze gevallen de zaak door middel van redres-tenaamstelling in orde wor den gebracht. Tenslotte het geval door Haasbroek genoemd, nl. redres-grootte van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 38