193 een perceel voor zijn gehele oppervlakte, waardoor dus dit perceel verdwijnt. Dit kan inderdaad gewenst zijn in bijzondere omstandig heden. In een eigendom van A ligt een klein, reeds zeer oud, bijvoorbeeld minuutperceeltje, staande ten name van B. Bij de deliminatie ten behoeve van hermeting verklaren zowel B als A, dat B daar ter plaatse geen grond heeft liggen. Er is van dit perceeltje op het terrein ook niets te zien. In dit geval lijkt mij invoering van „te groot" voor de gehele oppervlakte de aangewezen methode om ook dit in orde te brengen. Na het beschouwen van deze voorbeelden dient nu nog de vraag te worden beantwoord: „Wanneer is redres niet geoorloofd?". Ik heb hiervoor reeds gewezen op het geval, dat in een overgeschre ven akte bindende maten zijn opgenomen. Deze sluiten natuurlijk later redres uit. Mr. Bes zegt in zijn artikel bij de bespreking van de „eerste zaak", dat in dit geval redres niet toelaatbaar was. Naar mijn mening hangt dit er helemaal van af, hoe en wanneer de oude grens was ontstaan. Er was goed gedelimiteerd bij de hermeting. Dat B een lasthebber stuurde, doet mijns inziens hieraan niets af. Er was geen verschil van mening over de ligging van de grens. Nu is de vraag hier een vraag die niet in het artikel van Mr. Bes wordt gesteld of beant woord wat was er omtrent de oude grens bekend Was dit een minuutgrens of een grens waarvan geen veldwerk van de laatste 30 jaar aanwezig was, dan lijkt mij redres alleszins verantwoord. Eigenlijk is dit dan geen redres, zoals ik hiervoor reeds heb uiteen gezet, maar eenvoudig: hermeting. Wij mogen dan niet zeggen, dat het ene perceel 17 ca groter is geworden ten nadele van het andere. Neen, we moeten de nieuw opgemeten grens beschouwen als te zijn identiek met de oude, ook al wijkt de ligging daarvan op de nieuwe kaart enigszins af van die op het oude plan. We hebben dan geen zekerheid, dat de grens op het terrein inderdaad is verplaatst; de wijziging op de kaart kan ook het gevolg zijn van de grotere nauw keurigheid der tegenwoordige werkwijze. Een ander geval is het natuurlijk, als de grens in de laatste 30 jaar zou zijn ontstaan. Er is dan dus goed veldwerk van en de oude grens kan met zekerheid op het terrein worden uitgezet. Ook dan kan redres nog geoorloofd zijn in bijzondere gevallen, zoals in het boven beschre ven voorbeeld van redres-aan wij zing. Maar in vele gevallen zal hier redres inderdaad niet toegelaten kunnen worden. Hiervoor is geen algemene regel te gevenelk geval moet afzonderlijk worden bestudeerd. Hier is overleg tussen de landmeter, het hoofd van het bureau en de hypotheekbewaarder wenselijk. Raadpleging hierbij van een ver trouwensman van het publiek, bijvoorbeeld van een notaris, zou nuttig kunnen zijn. Daarmee ware dan het „kadastrale scheidsgerecht" ge schapen. Almelo, April 1949.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 39