LANDMEETKUNDE
H. C. HARTMAN
De detailmetingen bij de hermeting Amsterdam
Landmeter van het kadaster, Amsterdam.
Vooropgesteld moet worden dat voor de detailmeting geen algemene
regelen zijn vast te stellen. Gelijke gevallen komen nooit voor en
slechts landmeetkundig inzicht is in staat de verschillende moeilijk
heden op te lossen. Dat de praktijk hierbij een grote rol speelt spreekt
vanzelf. De bedoeling van het volgende is dan ook niet bepaalde richt
lijnen aan te geven, doch slechts een weinig inzicht te geven in de
verschillende puzzles.
De detailmeting geschiedt in de regel volgens de orthogonale metho
de. Deze methode wordt in de stad gebruikt omdat zij op de eenvou
digste wijze gelegenheid biedt tot het berekenen van coördinaten van
elk willekeurig punt. Het opmeten in meetlijnenverband, waarbij in
hoofdzaak verlengden worden aangetekend, geeft ook wel de moge
lijkheid tot berekening van coördinaten van elk willekeurig punt, doch
slechts langs een grotere weg. Daarbij komt dat in een aaneengesloten
bebouwing, waarbij tevens alle percelen verschillend van Vorm zijn,
het nemen van verlengden praktisch uitgesloten is. De derde wijze
van opmeten, die volgens de voerstraalmethode, wordt ook slechts bij
uitzondering toegepast en wel omdat ook hier de berekeningen om
o.a. te komen tot groottebepaling uit meetcijfers, te omslachtig wor
den. Alleen bij het opmeten van parken en plantsoenen, die met behulp
van de poolcoördinatograaf worden gekaarteerd en waarvan de groot
teberekening met de planimeter plaats heeft, vindt de voerstraalmetho
de toepassing.
Iedere meetploeg krijgt van het door hem op te meten blok een
potloodschets, gewoonlijk een kopie van de kadastrale kaart, mede.
Daarop worden aangegeven de punten van de meetkundige grond
slag. De percelen die aan een en dezelfde eigenaar toebehoren en te
vens aan elkaar grenzen, worden door een zwarte inktlijn, aaneenge
sloten eigendommen van de gemeente door een rode inktlijn omgeven.
Ook worden de oude veldwerken ter beschikking gesteld. Voorzien
,van deze gegevens begint de tekenaar-technisch ambtenaar ie klasse
of de gemeente-ambtenaar zijn werkzaamheden. Op het ogenblik zijn
twee kadastrale en vijf gemeentelijke meetploegen elke dag op het
terrein in actie, behoudens enkele dagen wanneer zij ten kantore de
veldwerken completeren.
In de regel lopen de polygoonzijden zo goed als evenwijdig aan de
rooilijnen. De opmeting heeft plaats door het brengen van loodlijnen,
uitgaande van de veelhoekszijde, in de percelen. Het is duidelijk dat
deze loodlijnen een drieledig doel beogen, nl. de constructie, de be
rekening van de dikten der muren en de oppervlakteberekening.