203 Vereniging van Civiel-Landmeters naar het beknopte en overzichtelijke werk van Hoel 2), dat een eerste plaats inneemt onder de inleidende werken. Goedkopere, maar toch uitstekende boekjes zijn3) en het welbekende4), waarvan het eerste haast te weinig beschrijving en nogal veel wiskundige afleidingen geeft, het tweede speciaal de aandacht verdient door het wijzen op de moeilijkheden bij het toepassen van de waarschijnlijkheidsrekening. W. B. In het tijdschrift Wegen van Maart 1949 staat op blz. 49 de foto van een maquette van een viaduct. De schrijvers van het artikel „De maquette als object van waarneming", J. de Jong en Ir. A. F. Spruyt, merken op dat de beelden die het menselijk oog van een maquette kan krijgen, niet alle betekenis voor de werkelijkheid hebben. En dit be zwaar is te groter omdat die beelden een bijzondere bekoring hebben die verband houdt met het speelgoedinstincthet streelt de verbeelding het aardse in vogelvlucht te zien. Ik moet hierbij denken aan Gulliver die, teruggekomen uit het land van Lilliput, het land van de kleine mensen, de juiste verhoudingen uit het oog had verloren en in Londen de koetsiers waarschuwde dat hij er aan kwam. Hij kreeg zweepslagen. Dit speelgoedinstinct, dit voorbijzien van de werkelijkheid die be werkt moet worden en is dit niet het doel van ons, technici? - doet zich ook voor bij de lust aan kaarten en luchtfoto's, bij over wicht krijgen van beschouwing op doen. En nu kom ik de sprong is niet zo groot als hij wel lijkt op uitspraken van „een bekende ingenieur en praktijkman", opgenomen in het Zwitserse tijdschrift van Mei 1949 op blz. 139 e.v., die zegt dat hij zich voorkomt als een kameel die een voortdurend zwaardere last van getallen, formules, letters, differentialen, integralen, potentialen voortslepen moet. Terwijl het leven in de praktijk meer op een smidse dan op een studeerkamer ge lijkt. En op een uitspraak van een Turkse professor, ik kan niet meer terugvinden waar, die zei dat de Europese bouwkunst is achteruitge gaan omdat het bouwen niet als vroeger direct, maar op papier ge beurde. Het is moeilijk de werkelijkheid te zien, het juiste midden tussen theorie en praktijk te bewandelen, het midden waarnaar de Grieken streefden en die waarschuwden voor de hoogmoed. Dit geldt zowel de practikus als de theoretikus. De G. Kort verslag van de Algemene Vergadering, gehouden op 9 April 1949 te 's-Gravenhage De vergadering werd bijgewoond door 23 leden en buitengewone 2) Paul G. HoelIntroduction to Mathematical Statistics. John Wiley Sons, Inc. New-York; Chapman Hall, Ltd, London 1946, 14 X 22 cm, 255 pagina's, prijs 11,55. 3) A. C. Aitken: Statistical Mathematics. Fifth edition. Oliver and Boyd, Edinburgh and London 1947, 13 X 19 cm, 153 pagina's, prijs 3,50. 4) J- TinbergenGrondproblemen der Theoretische Statistiek. Volksuniversi- teistsbibliotheek, De Erven F. Bohn N.V., Haarlem 1936, 11 X 17 cm, 179 pagina's, prijs 1,90.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 49