236 De grootste „handicap" voor een dergelijke overschakeling is het kadastrale plan zelf, omdat de onderlaag voor alle plans bestaat uit stevig papier, dat heel weinig lichtdoorlatend is. Bovendien kleeft aan het gebruik van papier nog een ander bezwaar, nl. de geringe maat vastheid. De drie factoren: maatvastheid, duurzaamheid en doorschijnendheid beïnvloeden het gehele probleem, dat voor het Kadaster kan worden gesplitst in twee, duidelijk afgebakende gedeelten I. het bestaande kaartenarchief, IIde voor de toekomst te volgen werkmethode bij het aanleggen van nieuwe plans. Ad INu voor het papier diverse vervangingsmaterialen voorhanden zijn, zal het bestaande kaartenarchief zo spoedig mogelijk moeten worden overgebracht op doorzichtig materiaal. Deze overbrenging zal op de goedkoopste en nauwkeurigste wijze, dus bij voorkeur langs mechanische weg, moeten geschieden. MaatvasthetdAs hierbij minder vereist, omdat de originelen alle op papier vervaardigd zijn en dus al jaren lang aan de invloed van rekking en krimping onderhevig zijn geweest. Wel zijn vereist: duurzaamheid en geschiktheid voor herhaalde bijwerking. Zo zou bv. het maken van acute calques op filmmateriaal geen oplossing kunnen bieden, tenzij de „bijwerking" van deze calques langs chemische weg, zonder al te ernstige beschadiging van de onderlaag, zou kunnen worden uit gevoerd. Ad II: Daarnaast zal in de toekomst (liefst zo spoedig mogelijk) een andere werkmethode moeten worden gevolgd bij het aanleggen van nieuwe plans, in die zin, dat op maatvast, duurzaam al of niet doorzichtig materiaal moet worden gekaarteerd. De eis van maatvastheid wordt hier gesteld om te bereiken dat de hoog opgevoerde nauwkeurigheid der tegenwoordige kaarten, wat meting en kaartering betreft, in de kaart zelf bewaard kan blijven. Duurzaamheid is vereist, omdat de kadastrale kaarten jarenlang moeten worden gebruikt (herhaalde vernieuwing zou te kostbaar worden) en geschiktheid voor bijwerking aanwezig moet zijn. Door schijnendheid heb ik hierbij niet als absolute eis naar voren gebracht. Dit houdt verband met inmiddels opgedane ervaringen met plastics en acetatende doorschijnendheid, en vooral de grote maatvastheid van deze materialen bieden grote voordelen. Als onderlaag voor kadastrale plans zijn ze echter minder aan te bevelen, althans indien kaartering en betekening met de hand moeten geschieden. Dit vindt zijn oorzaak in de grote hardheid van het materiaal, waardoor vooral de kaartering moeilijk is uit te voeren en meer dan normale vaardig heid vereist. (Kaarteerpuntjes slecht te zien, zichtbaar te maken met gekleurd poeder? Houdbaarheid der (O.I.)inktlijnen is slecht inkt vloeit uit bij aanraking met vocht daarom te bespuiten met (nitro)- celluloselak gebruik van acetaat te verkiezen boven plastic. Acetaat beter te betekenen minder hard. Nadeelneemt gemakkelijk stof- en vetdeeltjes aan, daarom tijdens de bewerking gedeeltelijk af te dekken.)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 38