237
Wegens deze minder gunstige ervaring wordt daarom gezocht naar
een oplossing in deze zin, dat de oorspronkelijke plans op „gewapend
papier" bv. „Correctostatpapier" worden aangelegd. Deze vormen
dan de zg. werk- of moederplans. Van ieder werkplan wordt langs
mechanische weg een calque vervaardigd op maatvast en doorzichtig
materiaal, dat tevens aan de eisen van duurzaamheid en geschiktheid
voor bijwerking voldoet, bv. acetaat of plastic.
Voor het Kadaster zou dit tevens nog andere belangrijke perspec
tieven kunnen openen
Uitgaande van het werkplan zou men, door de combinatie van foto
grafische vergrotingen en verkleiningen en mechanische overbrenging
op doorzichtig materiaal, maatvaste calques op verschillende schalen
kunnen verkrijgen. Reproducties van deze calques kunnen dan naast
het werkplan hun bestemming vinden als normale kadastrale plans en
economische kaarten. Deze serie van drie plans, nl. werkplan, normaal
kadastraal plan en economische kaart, op verschillende schalen uit
gevoerd, zou voor een modern ingericht Kadaster zeker geen over
bodige luxe betekenen.
Tot slot wil ik U, na het opsommen van al deze problemen, nog iets
mededelen over werkelijke resultaten, nl. over de mechanische over
brenging van een kadastraal plan op een plastic onderlaag. (N.B. de
hieronder vermelde plastic reproductie en vertekeningsschema's waren
bij de voordracht ter demonstratie opgehangen.)
Bij deze overbrenging werd gebruik gemaakt van camera, slinger
apparaat en contactdrukraam met pneumatische aanzuiging. Het ori
gineel was een gewoon kadastraal plan, gedeelte bebouwde kom, schaal
i 2000, met sterke parcellering. Als maatvast materiaal werd gebruik
gemaakt van doorschijnend plastic nl. „Astralon". De methode van
overbrenging bestond uit de volgende bewerkingen
1. het maken van een leesbaar negatief met de camera;
II. het omzetten van negatief in diapositief door contactdruk
III. het gevoelig maken van de plastic-onderlaag in het slinger
apparaat
IV. het overbrengen van diapositief op plastic-onderlaag door
contactdruk.
Om een zuivere schaaloverbrenging te verkrijgen werd getracht de
invloed van de materiaalwerking van de film (natte ontwikkeling van
negatief en diapositief) te elimineren. Deze werking werd aangenomen
op 0,3 Bij de formaatinstelling in de camera werd daarom 0,3
vergroting toegepast. Een bepaalde afstand was daartoe met de coör-
dinatograaf tevoren op het origineel zeer nauwkeurig uitgepast. De
uitgepaste afstand bedroeg 897,72 mm; bij de beeldinstelling was deze
afstand met 0,3 vergroot (waarbij in den beginne nogal bezwaar
werd ondervonden van parallax op het matglazen beeldscherm), de
nagemeten afstand op de plastic-reproductie bedroeg 897,71 mm, waar
uit een lengteverschil volgt van slechts 0,01 mm. Hierdoor werd dus
vastgesteld, dat bij het optische procédé eventuele „schaalindeling"
van kaarten bij de reproductie kan worden „weggewerkt", en de oor-