247
kracht en werd begonnen met de hermeting van het land, die gereed
zou zijn in 1976.
Na ee nagehouden enquête bleek dat een oppervlakte van 30.000 ha
in het kanton Tessin was verdeeld in 717.000 percelen (24 per ha)
en een oppervlakte van 64.000 ha in le Valais in 708.000 percelen.
In 1918 werd besloten dat in dergelijke versnipperde gebieden een
verbetering van de perceelsindeling aan de hermeting moest voor
afgaan.
Daar juist in de gemeenten met versnipperd grondbezit geen ka
dastrale kaarten bestaan, moet voor de inbrengberekening bij de ruil
verkaveling allereerst de oude toestand worden opgenomen. Dit is
zo'n omvangrijk werk dat de gehele procedure (opneming - ruilver
kaveling - toepassing hermeting) gewoonlijk meer dan 10 jaar duurt.
In 1935- 36 werd een proef genomen op een terrein van 100 ha
(Campello) om de eerste opmeting te vervangen door een luchtfoto-
grammetrische opneming. De punten van de aangebrachte technische
grondslag werden met aluminium platen van 40 bij 40 cm zichtbaar
gemaakt. Op vergrotingen van de foto's identificeerde en completeerde
men op het terrein de ligging van de percelen, die ondertussen door
de eigenaren met piketten waren afgepaald. Met de autograaf van
Wild vervaardigde men plans 1 1000. Het bleek dat de opneming
uitvoerbaar wasde middelbare fout van een punt bedroeg 20 cm
de opnemingskosten werden tot 20 a 30 teruggebrachtde tijds
besparing was aanzienlijkde kaarten gaven een veel vollediger beeld
van het terrein, wat voor de ruilverkaveling van groot belang is.
Onmiddellijk daarna nam men een tweede proef in de aangren
zende gemeente Calpiogna; dit keer markeerde men bovendien alle
grens punten met aluminiumplaten van 13 X 13 cm, nadat op deze
punten door de eigenaren piketten waren geplaatst. Deze werkwijze
reduceerde de identificatiearbeid tot een minimum.
Bij een goede organisatie en voorlichting van de eigenaren kan men
op een volledige medewerking van die zijde rekenen. Het markeren
der grenspunten, waarvoor later witte kartonnen platen van
18 X 18 cm werden gebruikt, geschiedt dan ook in de regel door
de eigenaren of door schoolkinderen.
Toepassing van fotogrammetrie geeft dus een grote kostenbespa
ring, maar vooral de mogelijkheid, de duur der ruilverkavelingsproce
dure ten voordele van de landbouw, te verkorten.
Tenslotte behandelt de schrijver de mogelijkheden van luchtfoto-
grammetrische opneming na de ruilverkaveling voor de kadastrale
hermeting. Gehoopt wordt dat in het voorjaar van 1949 hiermede een
proef wordt genomen. Gezien de ervaring wordt op een gunstig resul
taat gerekend, in welk geval de verkavelde landbouwterreinen (Ille
instruction) maar ook alle terreinen van bescheiden waarde voor de
kadastrale meting luchtfotogrammetrisch kunnen worden opgenomen.
In Nederland ligt het probleem van de fotogrammetrische opneming
anders dan in Zwitserland; ons polderland is er bijzonder voor ge
schikt en vereist geen markering der grenspunten. Daar onze ka
dastrale plans voor een groot deel vrij behoorlijk zijn, is bij ons geen