206 sprongen heeft ontwikkeld. Zo is bijv. in de laboratoria van de 70 Kodak fabrieken te Rochester intensief researchwerk verricht. Daarnaast is de fotografie speciaal ten behoeve van de kartografie gedurende de laatste 10 jaren in de Angel-Saksische landen in diverse centra van onderzoek bezig zich te ontwikkelen tot een zelfstandige tak van deze wetenschap. Gezien het vorenstaande kunt U dan ook niet verwachten, dat in dit korte bestek meer dan slechts enkele aspecten hiervan kunnen wor den belicht en dat meer dan slechts enkele van de vele problemen kunnen worden aangeroerd. Uit de definitie van het begrip fotogram valt af te leiden, dat wij voor de eigenschappen van het fotografisch beeld onderscheid moeten maken tussen enerzijds de basis waarop de fotografische emulsie wordt gegoten en anderzijds de fotografische emulsie zelf en daarmede ook het eigenlijke fotografische beeld. Deze onderscheiding zal tevens in grote lijnen de indeling van het hierna volgende bepalen. 2. BASIS, MEER SPECIAAL DE FILMBASIS In het algemeen wordt gewerkt met filmbeelden van ca 20 X 20 cm of 25 X 25 cm, terwijl de film 30 of 60 meter lang is. Daarnaast stellen wij als ideaaleen dimensie-stabiliteit in de grootte-orde van enkele microns. Met deze tegenstelling is tevens het probleem gesteld dat zowel aan de fabrikant als aan de verbruiker wordt voorgelegd. Eisen, gesteld aan filmbasis Ten eerste behoort een film voldoende sterkte en soepelheid te be zitten om de normale mechanische bewerkingen goed te kunnen door staan (transport in de camera, ontwikkeling, afdrukken en verdere fotografische verwerking). Ten tweede behoort de totale rekking en krimping tussen het moment van opneming en het. moment van ver werking zo klein mogelijk te zijn. Dit is een eis van schaalvastheid. Tenslotte behoort iedere dimensieverandering die zou optreden zoveel mogelijk gelijk te zijn in lengte- en in breedterichting. Het verschil in dimensievariatie in X- en in K-richting bepaalt de distorsie-eigen- schappen. Overwegingen bij de fabricage en verwerking van de film a. Keuze van de ester Als filmbasis werd vroeger algemeen cellulose-nitraat gebruikt. Nu valt een nitraatbasis chemisch gesproken in de klasse der nitro-cellu- losen, zoals bijv. collodium, schietkatoen en celluloid. Weliswaar heeft een nitraatbasis zeer aangename mechanische eigenschappen die boven dien nog in diverse richtingen gevarieerd kunnen worden door toe passing van verschillende z.g. „vulmiddelen", en zijn ook de distorsie eigenschappen bij een juiste keuze van vulmiddel en fabricage niet slecht te noemen, doch de familierelatie met schietkatoen is door de kartografie nooit op hoge prijs gesteld vanwege de grote waarde van dit documentatiemateriaal. Mede om deze reden heeft men gezocht naar andere grondstoffen voor een rek- en krimpvrije filmbasis. Bij het onderzoek hiernaar is o.a. gebleken dat de vochtadsorptie van.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 4