251
tijd en kosten maken het uitwerken van zo'n opdracht, die normaal
door de Topografische Dienst uitgevoerd zou behoren te worden, on
mogelijk. Spreker is het niet geheel eens met enkele passages in het
betoog van Prof. Schermerhorn ten opzichte van de Topografische
Dienst. Dat tot heden niet gebleken is, dat de huidige organisatie van
die dienst in staat is de grote achterstand in te lopen, behoeft niet te
verwonderen daar die organisatie eerst binnenkort voor de volle
ioo kan worden ingezet. Van dat moment af werkt de verantwoor
delijkheid in West-Europees verband helemaal niet belemmerend, maar
geeft juist veel meer mogelijkheden ten aanzien van de kaart i IO.OOO.
Voor de hand ligt wel, dat de potloodtekenstukken i16.666,6 van
de nieuwe fotogrammetrische kaart gebruikt zullen worden bij de ver
vaardiging van de kaart 1 10.000, waarbij men bij dit proces dus
cadeau krijgt niet alleen de meetkundige grondslag en de interpretatie
van de luchtopnamen, maar ook nog de gehele terreinsverkenning.
Is het in dit proces nu wel nodig ter wille van signatuur e.d. de ver
groting nóg weer na te tekenen, met de daaraan verbonden kosten
De verschillende eisen die de diverse gebruikers aan de kaartinhoud
zullen blijven stellen, de verschillende wijzen van verder detailleren en
betekenen zouden voor een 1 no.ooo onmiddellijk afkomstig van de
potloodtekening kunnen worden aanvaard, zodat we een echte werk
kaart van Nederland schaal 1: 10.000 zouden verkrijgen, die dan in
schetstint, dus grijze kleur, ware te drukken. Bezwaren van verteke
ning van wegen, dijken enz. kunnen voortaan ondervangen worden,
omdat de Topografische Dienst de concessie kan doen de vertekening
op de potloodtekeningen achterwege te laten. Deze heeft spreker trou
wens, in overleg met Prof. Schermerhorn juist met het oog op een
toekomstige 110.000, vroeger reeds op diverse tekenstukken achter
wege gelaten en dit gebeurt momenteel wéér.
In de genoemde periode van 5 jaar zal dan 2/3 van ons land foto-
grammetrisch gekaarteerd zijn. In die tijd zou t/3 door de in beide
rapporten vermelde samenwerking tot stand kunnen komen, tenminste
als uit financiële overwegingen voor dit gebied niet de in het rapport
Drabbe vermelde goedkoopste methode gekozen zou worden, waarvan
tussen haakjes de mogelijkheid van tot stand komen in aange
paste en gedraaide vorm dus juist door het West-Europees verband
wel eens zeer snel zou kunnen zijn.
Als het N.F.I. bij die bovengenoemde samenwerking aan het tekenen
van een grondkaart toe is, zal toch nog wel even gedacht moeten wor
den aan de terreinsverkenning, die normaal door de Topografische
Dienst gebeurt.
Het gevraagde offer een gedeelte van de provincie Friesland en
eventueel meer met de R.C. 7 te laten fotograferen, kan mede door
de mogelijkheden in West-Europees verband gebracht worden, ter
wijl m.i. ook het achterwege laten van bepaalde bladen van de werk
kaarten, waarvan dan stadskaarten 110.000 in de plaats komen, aan
te bevelen is.
Men zal ook zijn gedachten moeten laten gaan over de bijhouding
van de 1 10.000 werkkaart. In de toekomst zal er vernieuwing van de