207
zeer grote betekenis is voor de dimensiestabiliteit en men heeft dan
ook tenslotte de keuze laten vallen op die esters die behalve voldoende
mechanische eigenschappen een minimum vochtadsorptie-coefficient
bleken te bezitten. Dezö esters vallen in de klasse van de cellulose-
acetaat-butyraten, dit zijn esters van cellulose, azijnzuur en boter-
zuur.
Aangezien deze esters bestaan uit reeds tamelijk grote moleculen
is voor het eindproduct de richting waarin deze moleculen georiën
teerd zijn zeer belangrijk. Deze richting wordt beïnvloed door de
wijze van gieten. Het is ons niet bekend op welke wijze de filmbasis
door de fabrikant gegoten wordt, aangezien dit ten dele op fabrieks
geheimen berust. Uit octrooischriften blijkt dat het mogelijk is tijdens
het gieten gelijke rekking in langs- en in dwarsrichting toe te passen;
tevens is het mogelijk dat de filmbasis gegoten wordt in verschillende
lagen die achtereenvolgens in langs- dan wel in dwarsrichting zijn
georiënteerd.
b. Eigenschappen
Wanneer wij vervolgens bij enkele eigenschappen van bovenge
noemde filmbasis stilstaan, dan beschouwen wij als belangrijkste punt
eerst de vochtadsorptie. De vochtadsorptie van cellulose-acetaat-buty-
raat-esters vertoont een uitgesproken hysteresis; d.w.z. dat de defini
tieve evenwichtstoestand anders is wanneer een vochtige film gedroogd
wordt in een atmosfeer met 50 relatieve vochtigheid, dan wanneer
een droge film bevochtigd wordt door een atmosfeer van 50 rela
tieve vochtigheid. Tevens is de vochtadsorptie een functie van de
temperatuur. Dit laatste is in de practijk van belang, aangezien norma
liter in een camera tijdens het moment van opneming in hoge en dus
koude luchtlagen uiteraard de film afkoelt tot ver beneden kamer
temperatuur.
Op welke wijze de dimensieverandering afhankelijk is van de voch
tigheidsgraad zal verderop worden besproken (zie ook figuur 4).
Als tweede belangrijke punt beschouwen wij de mechanische eigen
schappen van de filmbasis. Het is duidelijk, dat de rekking tijdens het
moment van filmtransport in de camera en de behandeling tijdens het
ontwikkelen en tijdens de verdere verwerking tijdelijk mechanische
spanningen veroorzaken. Deze tijdelijke mechanische spanningen
kunnen resulteren in een kleine blijvende dimensieverandering. In
fig. 1 is de verlenging van een film door mechanische rekking uit
gezet als functie van de tijd gedurende welke deze rekking werkzaam
is. Indien de film op een moment 0 aan een bepaalde rekkracht
wordt blootgesteld, zal aanstonds een bepaalde verlenging hiervan
het resultaat zijndaarna echter zal de verlenging nog langzaam door
gaan ten gevolge van de z.g. „plastic flow". Indien daarna op een
moment t 2 de spanning van de film wordt verwijderd zal zij ogen
blikkelijk weer krimpen, doch slechts ten deleook door de daarna
weer optredende „plastic flow" zal de film nog verder terugkrimpen,
doch de oorspronkelijke dimensie wordt niet meer bereiktbehalve de
tijdelijke dimensievariatie blijft een kleine dimensieverandering be-