210
kunnen de absolute waarden groter zijn dan men zich veelal realiseert
het overbrengen van een film van 200 mm breedte van een omgeving
van 50_%jrelatieve vochtigheid naar een omgeving van 80 relatieve
vochtigheid heeft ten gevolge dat (als de evenwichtstoestand is be
reikt) een dimensievariatie van ca 0,2 d.w.z. van ca 0,4 mm op
treedt. Tevens vindt dan een distorsie van 0,04 mm plaats.
Blijvende dimensievariaties treden bijv. op door Ten" langzaam ver
dampen van oplosmiddelen uit de filmbasis anders dan vocht (week
makers), tevens door de reeds besproken plastic flow (ten gevolge
.6
Z
Z
LJ
Q 0
z
LJ
O "-2
z
X
-.4
-.6
O 20 40 60 60 100
RELATIVE HUMIDITY.°/o
Fig. 4. De dimensievariaties als gevolg van ver
schillen in vochtgehalte der lucht kunnen groot
zijn; de verschillen in lengte- en breedterichting
echter zijn klein gehouden..
van de mechanische rekking, van krullen en van andere oorzaken)
en ten gevolge van het wegvallen van mechanische spanningen. Dit
laatste treedt bijv. op indien een film die gekruld is bewaard, vlak
wordt gelegd of omgekeerd (zie fig. 2). In figuur 5 is de distorsie (het
verschil tussen dimensieverandering in lengte- en breedterichting,
A LA W) uitgezet als afhankelijk van de tijd en hierbij blijkt dat
lang of kort bewaren in dit opzicht geen noemenswaard verschil
maaktechter is bewaren van de filmnegatieven als vlakke stukken
■beter dan bewaren op spoelen. Overwegingen van andere aard zijn
toch in de meeste gevallen aanleiding dat desondanks de meeste carto-
films op de rollen worden bewaard. Men zou verwachten dat ook
grote blijvende dimensievariaties zouden optreden ten gevolge van
het feit dat de film tijdens het ontwikkelen enige uren in waterige op
lossingen verkeert. De krimping ten gevolge van ontwikkelen, enz.
bedraagt echter slechts 0,03 schaalverandering en minder dan
0,01 distorsie.
o lengthwise
widthwise