269 te lezen als volgt„Aan openbare lichamen kunnen kavels worden toebedeeldvoorzover kavels worden toebedeeld aan de Staat, worden deze beheerd door Onze Minister De commissie heeft zich afgevraagd of het aanbeveling zou ver dienen in dit verband een speciale regeling te treffen met betrekking tot de kosten van het bouwrijp maken van gronden. Men gaat er tegenwoordig algemeen van uit, dat bij het bouwrijp maken van gron den de grondeigenaar tegenover de gemeente de volgende verplich tingen heeft: afstand om niet van de grond voor wegen, straten etc.; voldoening van de kosten voor wegaanleg, riolering, verlichting, etc. en een bijdrage in de kosten van voorzieningen van meer algemene aard. Nu kan men zich denken, dat bij een ruilverkaveling waarmede een uitbreiding van een bebouwde kom vervlochten is, aan de ge meente grond wordt toebedeeld voor de aanleg van wegen welke alleen op die uitbreiding betrekking hebben en niet van agrarisch belang zijn. De aanleg van dergelijke wegen zal niet voor rekening van de ruil verkaveling kunnen plaats vinden, doch door de gemeente zelf bekos tigd moeten worden. Van deze door de gemeente te maken onkosten zullen echter de eigenaren van de aan die wegen gelegen en in de ruil verkaveling betrokken gronden, die hun eigendom, zonder dat zij er iets voor doen, als bouwterrein zien ontsluiten, profiteren. Het is geenszins onbillijk van deze eigenaren, die door de ruilverkaveling in het bezit van bouwterrein zullen komen, een speciale bijdrage te heffen, welke ten goede komt aan het lichaam, dat de wegen, waardoor die bouwterreinen zijn ontsloten, heeft aangelegd. Het voor deze gevallen invoegen in de wet van een speciale regeling (welke een tamelijk inge wikkeld karakter zou moeten dragen) verdient naar het oordeel van de commissie echter geen aanbeveling. Zij acht het mogelijk door toe passing van de bestaande wetsbepalingen (behoudens de hierna behan delde aanvulling van artikel 69) te bereiken, dat de kosten en de voor delen van het aanleggen van wegen en het ontsluiten van bouwterreinen op rechtvaardige wijze over de gemeente en de eigenaren van de bouw terreinen worden verdeeld. In de eerste plaats kan men immers aan de gemeente niet alleen de grond voor de wegen, doch ook aangrenzende terreinen welke in de toekomst bouwterrein zullen worden, toedelen. Bij haar verdere trans acties met deze grond kan de gemeente dan op de gebruikelijke wijze de kosten voor het bouwrijp maken (waaronder ook de aanleg der wegen wordt gerekend) op de gegadigden voor het bouwterrein ver halen door deze kosten in de prijs van de bouwterreinen te verdiscon teren. Weliswaar bepaalt het derde lid van artikel 12, dat bij de toe delingen over het algemeen een marge van vijf ten honderd niet mag worden overschreden, maar de ervaring heeft geleerd, dat de ruilver kavelingen meestal honderden, vaak zelfs duizenden hectaren om vatten de oppervlakte van de bebouwde kommen en de uitbreidings plannen in onderdelen van agrarische gemeenten beslaat in verband hiermede slechts zelden meer dan enkele percenten van het ruilverkave- lingsblok. Voorts heeft de commissie zich afgevraagd, of het bepaalde aan het slot van het vierde lid van artikel 12, krachtens hetwelk door

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 15