272 verzonden, stellen Gedeputeerde Staten het plan van de wegen, water- loopen en kaden met de daartoe behoorende kunstwerken met hun af metingen vast; een kaart van de wegen, waterloopen en kaden met de daartoe behoorende kunstwerken, aangevende hun afmetingen, wordt aan de besturen der gemeenten, waarin het blok is gelegen, toegezonden." In aansluiting op hetgeen aan het slot van haar beschouwing om trent het vierde lid van artikel 13 is opgemerkt, geeft de commissie in overweging het tweede lid van artikel 69 te lezen als volgt„Na ont vangst van het afschrift gaat de plaatselijke commissie over tot het opmaken van een kaart met aanwijzing van de wegen, waterlopen en kaden met de daartoe behorende kunstwerken niet hun afmetingen. Zij geeft hierbij aan welke werken niet ten laste van de ruilverkaveling wordenuitgevoerd. De in dit lid bedoelde kaart wordt zo spoedig mogelijk aan de centrale commissie toegezonden." ïn verband met hetgeen omtrent artikel 10 is opgemerkt, verdient het naar de mening van de commissie aanbeveling aan artikel 69 een vijfde lid toe te voegen, luidend als volgt: „3. Bij het vaststellen van het plan van wegen, waterlopen en kaden met de daartoe behorende kunstwerken slaan Gedeputeerde Staten er acht op, dat niet wordt afgeweken van vastgestelde of goedgekeurde maatregelen, als bedoeld in paragraaf 7 der Woningwet"Rij de toelichting op dit artikel ware er op te wijzen, dat Gedeputeerde Staten aan de Woningwet de be voegdheid kunnen ontlenen herziening van de ingevolge laatstgenoemde wet vastgestelde maatregelen te bevorderen en dat zij van deze bevoegd heid gebruik kunnen maken, wanneer naar hun mening een vastgesteld of goedgekeurd uitbreidingsplan aan een gewenste ruilverkaveling in de weg zou staan. Artikel yo. Bestaande tekst „Zoodra het plan van wegen, waterloopen en kaden met de daartoe be hoorende kunstwerken is vastgesteld gaat de plaatselijke commissie over tot het opmaken van een plan van ruilverkaveling." Ook hier wil de commissie in verband met haar beschouwingen om trent artikel 10 een aanvulling bepleiten. Zij acht het gewenst in artikel 70 tot uitdrukking te brengen, dat het plan van ruilverkaveling niet mag afwijken van de ingevolge de Woningwet getroffen maatregelen, opdat de plaatselijke commissie en bij de goedkeuring bedoeld in artikel 73 de centrale commissie zich van het verband tussen ruil verkaveling en maatregelen van ruimtelijke ordening terdege reken schap zullen geven. Uiteraard wordt met dit voorschrift niet bedoeld, dat de ruilverkavelingsbelangen voor die van de ruimtelijke ordening moeten wijken. In vele gevallen zal, gelijk in de praktijk thans reeds geschiedt, een uitbreidingsplan in verband met een ruilverkavelings project herzien moeten worden. Indien overleg met het gemeente bestuur in dit opzicht niet tot resultaat leidt, kan zelfs de bemiddeling van Gedeputeerde Staten worden ingeroepen om het gemeentebestuur te dwingen. Uit een oogpunt van goede orde mag men echter als resul taat van deze voorbereidingen eisen, dat het plan van ruilverkaveling

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 18