278 De heer Mr. Iwema vestigt de aandacht op de boekhouding der erf dienstbaarheden. Deze is uitsluitend goed te krijgen indien verplicht wordt gesteld de erfdienstbaarheden, wat betreft hun ligging, kadastraal te omschrijven. Voorts moeten geen erfdienstbaarheden buiten de registers kunnen ontstaan door bestemming en verjaring. Aan dit alles dient tenslotte een zuivering vooraf te gaan. Pas daarna is goede bijhouding mogelijk. De heer Van Riessen antwoordt, dat het hem moeilijk toeschijnt het rechtsverkeer in een harnas te dwingen, alleen ten behoeve van een goede boekhouding. Bovendien betwijfelt hij dat de kadastrale om schrijving steeds zo kan zijn dat de plaats van de erfdienstbaarheid ook na vernummering aanwijsbaar is. De heer Prof. Tienstra, naar zijn mening zich op glad ijs bevindend, constateert dat Mr. Iwema beoogt het administreren van alle erf dienstbaarheden, terwijl de heer Van Riessen een zo goed mogelijk systeem wil om de uit de registers blijkende erfdienstbaarheden te administreren. Dit laatste lijkt hem op zichzelf reeds zeer belangrijk. De heer Mr. Jonas ziet een mogelijkheid door alle erfdienstbaar heden die in acten voorkomen, in het losbladig register te vermelden. De heer Plasman herinnert aan het Congres van de I.L.F. te Rome in 1939, waar men tot de conclusie kwam dat de opzet bij het Kadaster zo dient te zijn, alsof het Kadaster rechtsgeldig is en de ligging van de grenzen dus vast staat. Als tegenwerkende kracht somt hij enige nadelen op van het belastingkadaster, o.a. de vernummering door in vloeden die aan de boekhouding der zakelijke rechten vreemd zijn. Spreker wijst erop dat de opzet van het Kadaster in Indonesië, dat daar onder Justitie ressorteert, steeds zodanig is geweest alsof het Kadaster rechtsgeldig was. Van belang zijn hierbij de kwaliteit van de werkzaamheden en de deskundigheid van het personeel. Bij het verge lijken van de weekbladen voor het recht voor Indonesië en voor Neder land blijkt dat de eerstgenoemde tijdschriften in tegenstelling tot de laatstgenoemde zelden iets bevatten betreffende de jurisprudentie bij grensgeschillen. Dit is stellig geen gevolg van het feit dat men het in Indonesië niet zo nauw neemt met de grenzen of dat er geen ge negenheid tot procederen bestaat. Integendeel. De oorzaak ligt echter in het voornoemde uitgangspunt. De heer Mr. Iwema steunt deze gedachten en is mede van oordeel dat alle restanten van het belastingkadaster, die hier nog aanwezig zijn, niet bevorderlijk zijn voor de rechtsgeldigheid. De heer Heines geeft hierna een schildering van het Zwitserse Grondboek. Voor elk perceel bestaat daar een blad waarop alle bij zonderheden, het perceel betreffende, zijn aangegeven, zoals de grootte, de belastbare opbrengst, de eigenaar (met titels van aan komst), erfdienstbaarheden (met titels), hypotheek enz. Dit systeem is ideaal. Alle gepubliceerde stukken, een bepaald perceel betreffende, kunnen op gemakkelijke wijze worden gevonden. Hoewel in Zwitser land sprake is van een positief stelsel en het Kadaster daar ressorteert onuer het Departement van Justitie, zouden wij toch onze boekhouding, het Zwitserse systeem als voorbeeld nemend, belangrijk kunnen ver beteren.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 24