Literatuuroverzicht 279 Hierna worden door enkele aanwezigen nog de mogelijkheden van het systeem dat de heer Joosten heeft gepubliceerd, naar voren ge bracht, waarbij de heer Joosten zelf nog een nadere toelichting geeft. De heer Tichelaar vraagt naar de mogelijkheid en wenselijkheid ook de pacht te registreren. De heer Van Riessen antwoordt dat hij dit moeilijk kan beoordelen. Hij wijst op de mogelijkheid van twee los van elkaar staande systemen, nl. één voor de zakelijke rechten en één voor de pacht, zoals in Enge land gebruikelijk is. De heer Schuurman spreekt zijn waardering uit over het rapport Van Riessen. Het is belangrijk door het geschiedkundig overzicht en ook overigens zeer leerzaam. Wanneer hij de inhoud vergelijkt met de wensen van de Vereniging voor K. en L., dan blijkt op verschil lende punten overeenstemming te bestaan, waarbij het er om gaat de onvolledigheid van het negatieve stelsel te beperken. Hij stelt nog de vraag of voldaan zal worden aan de wens in het B.W. bij alle acten van overdracht de kadastrale kenmerken verplicht te stellen. De heer Van Riessen meent dat dit niet in het nieuwe B.W. zal worden geregeld maar wel in een a.m.v.b. Hierna sluit de voorzitter de vergadering. De rapporteur, S. M. MEELKER Mr. J. W. Keiser: Overheidszorg voor het Natuurschoon. Proef schrift 1949. W. L. J. Brusse's Uitgeversmaatschappij N.V. Rotter dam. 16 X 23 cm, 264 pagina's, prijs 8.50 geb., 7.50 ing. „Het is een schande, dat er in 1949 in een boek over natuurbescher ming nog een hoofdstuk moet voorkomen, gewijd aan de zvensen ten aanzien van een natuurbeschermingswet. Reeds ruim twintig jaren geleden werd de noodzaak beaamd en werd in de Troonrede medege deeld, dat de Kamers een ontwerp natuurbeschermingswet tegemoet konden zien. Een aantal regelingen, welke het behoud van het land- schapsschoon ten bate komen zijn weliswaar sinds 1928 genomen, vooral ter beteugeling van de bebouwing langs de wegen, maar de wet die in deze de noodzakelijke afronding moet brengen, laat nog op zich wachten. Het is een schande, dat na de laatste oorlog het natuur- en land- schapsschoon, reeds op ernstige wijze geschonden door oorlogshande lingen en houtkap, nog aan aanslagen bloot staan Aldus de forse aanhef van dit proefschrift, die met enige spanning doet uitzien naar de wijze waarop de schrijver het door hem gekozen onderwerp verder zal behandelen. Al moge de spanning weldra wijken als hij dieper op het moeilijke vraagstuk van de natuur- en land schapsbescherming ingaat, onze belangstelling wordt tot het einde gaande gehouden. Het lijkt of Mr. Keiser al schrijvende zelf onder de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 25