297 Dit vraagstuk is een punt van ernstige bespreking geweest op de laatste Hoofdbestuursvergadering van de N.L.F. en men kwam daar wel eenstemmig tot de conclusie, dat het zeer wenselijk zou zijn in zo ruim mogelijke mate meer bekendheid te geven aan ons werk, onze studie en onze positie. In de eerste plaats zou hiervoor kunnen dienen bij bepaalde gelegen heden de medewerking van de dagbladpers in te roepen en zo mogelijk zelf mede te zorgen, dat van onze vergaderingen en congressen de be langrijkste besprekingen in de kranten werden gepubliceerd. Maar ook bij andere gelegenheden konden wij de aandacht op ons werk laten vallen door bij ruilverkavelingen en hermetingen één of meer artikeltjes in de plaatselijke bladen te doen opnemen. Wanneer hiervoor elk bureau van de landmeetkundige diensten medewerkt, zal door deze campagne op den duur de algemene kennis van ons vak worden verbeterd en naar wij hopen zal dit de algemene waardering ten goede komen. Wij menen, dat hiervoor wel een beroep op iedere collega mag worden gedaan. Ook is het idee geopperd, in de verschillende streken van het land aan vakgenoten te vragen of zij zich beschikbaar willen stellen om op bepaalde bijeenkomsten een inleiding te houden. Wij denken hier aan bijeenkomsten van technici of overheidspersonen, die uit hoofde van hun functies wel met de landmeetkunde of het Kadaster in aanraking komen cn waar wij stellig ook wel eens belangstelling zullen ontmoeten. Zo kan zich wel eens de gelegenheid voordoen, dat architecten, burge meesters, directeuren van publieke werken, notarissen enz. op hun bij eenkomsten een uurtje kunnen inruimen om over ons vak deskundig te worden ingelicht. In perioden, dat hermetingen, ruilverkavelingen of uitbreidingsplannen in bewerking zijn, zal daarvoor stellig wel belang stelling bestaan. De N.L.F. overweegt dan ook aan verschillende collega's in den lande het verzoek te richten of zij zich eventueel eens voor een lezing op dergelijke vergaderingen willen lenen. Wij hopen ook hier, dat deze collega's hun licht niet onder de korenmaat zullen zetten, maar zich enige moeite willen getroosten om daarmede de maatschappij en het beroep, dat ons allen dierbaar is, te dienen. Prof. Ir. H. J. HEUVELINK 3 September 1861 26 Juli 1949 Op 30 Juli 1949 werd Hendrik Jan Heuvelink door een kleine kring van naaste verwanten en bekenden in Arnhem ten grave ge dragen. Een emeritaat van 23 jaar is lang genoeg om aan de Techni sche Hogeschool een geheel nieuw geslacht van hoogleraren te zien opkomen en dit afscheid de uiterlijke kentekenen te doen dragen van het feit, dat de Hogeschool daardoor snel vergeet. Een spoorweg ongeluk zorgde er voor dat een enkele van de oude generatie en ondergetekende, als zijn oud-leerling en ambtsopvolger, de uitvaart

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 43