IN MEMORIAM
JAN GURBE FORTUIN
302
geboren te Dokkum, 22 April 1894,
overleden teArnhem, 26 Augustus
1949; adspirant-landmeter van het
kadaster van 1 Februari 1916 tot
1 November 1919; landmeter van het
kadaster van 1 November 1919 tot
16 October 1931.
Kadasterman in de beste betekenis
van het woord, ook nadat hij uit onze
rijen was getreden om de leiding op
zich te nemen van de Meetkundige
dienst van de Rijkswaterstaat.
Prettig mens met wie het een ge
noegen was van gedachten te wis
selen, onverschillig of de meningen
convergeerden dan wel uiteenliepen. Is het misschien juist deze eigen
schap geweest die zwaar heeft gewogen toen het er om ging een land
meter uit het kadasterkamp in een leidinggevende functie te plaatsen
bij de in die tijd in opbouw zijnde Meetkundige dienst?
Vooral in die eerste tijd waren de moeilijkheden voor hem alles
behalve denkbeeldig. Eerlijkheid gebiedt ons te erkennen, dat het
kadaster als geheel genomen minstens lauw, om niet te zeggen „ver
dedigend" stond tegenover samenwerking met een dienst die men niet
kende.
Maar dat was niet de enige weerstand, die mede en misschien
wel in hoofdzaak - door zijn toedoen zou afzwakken. Ook in eigen
huis d.w.z. bij de Rijkswaterstaat-zelf werd de schepping van de Meet
kundige dienst niet overal op één lijn gesteld met de geboorte van een
welkome babv.
Het is hier niet de plaats om het al of niet begrijpelijk zijn van de
geschetste mentaliteit in beschouwing te nemen, maar wel om ere te
géven wie ere toekomt én te onderstrepen dat Fortuin op de belangrijke
post die hij bezette, zeer veel en zeer nuttig werk heeft gedaan om
een zuivere atmosfeer te scheppen.
Hij was soepel, maar dat wil vooral niet zeggen, dat hij er geen
positieve meningen op nahield of dat hij aarzelde, als het nodig was,
voor een mening te strijdenook in gevallen waarin uitzicht op een
overwinning eigenlijk niet bestond en zelfs de kans op remise zeer
klein scheen. Maar nooit betrad hij het strijdperk terwille van het
gevecht zelf. De tegenstander van het ogenblik had te doen met een
rivaal van formaat, die de regels der ridderlijkheid niet één moment
uit het oog verloor.
Fortuin was een man wiens waarnemingsvermogen niet beperkt
bleef tot het voor iedereen direct zichtbare. Dat wat zou kunnen
worden had evenzeer (of soms meer) zijn belangstelling als dat wat