303
Nederlandse Landmeetkundige Federatie
was. Geen wonder dan ook dat hij in de vergaderingen van K. en L.,
die hij niet zonder dwingende reden zou verzuimen, een op de voor
grond tredend lid was, dat regelmatig aan de discussies deelnam en
naar wiens woorden met aandacht werd geluisterd. En het sprak
dan ook vanzelf dat hij voor en na benoemd werd in enkele commissies,
waarvan de naar hem genoemde „Commissie Fortuin" wel uitgesproken
baanbrekend werk verrichtte.
Hadden alle punten -van „de zaak" zijn belangstelling, in niet ge
ringere mate ging hem het wel en wee van zijn personeel ter harte
en de redelijke verlangens van goedwillenden werden door hem niet
alleen op papier, ondersteund, maar zo nodig en herhaaldelijk vocht hij
er voor om ieder van zijn mensen de plaats te geven die deze naar zijn
mening verdiende. Alleszins begrijpelijk dat zo vele mannen van zijn
dienst naast vele andere vrienden Fortuin begeleidden naar zijn laatste
rustplaats op Jaffa.
Een welbesteed leven werd afgesloten; een man met veelzijdige
belangstelling en liefhebberijen, gelukkig ook buiten zijn vak, moest
plotseling zijn plaats hier verlaten.
Misschien kan de omstandigheid dat Jan Fortuin niet alleen in zijn
naaste omgeving maar ook overal elders vrienden had, die zijn heen
gaan diep betreuren, een kleine troost zijn voor zijn zwaargetroffen
vrouw en kinderen. S.
Verslag
van het 9e Congres der Nederlandse Landmeetkundige Federatie,
gehouden te 's-Gravenhage op 17 Mei 1949
i. Om half elf opent de voorzitter Prof. A. Kruidhof het congres
met het uitspreken van een rede die ongeveer als volgt luidt
Mijne heren. Op dit 9e congres der N.L.F. heet ik U allen, leden en
genodigden, van harte welkom. Het is de laatste jaren de gewoonte
geweest dat ons congres was gekoppeld aan de algemene vergadering
van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde. Daardoor is het
voor deze vereniging moeilijk zelf een tweedaagse vergadering te hou
den bovendien is enige spreiding van belangrijke landmeetkundige
bijeenkomsten wel gewenst. Wij hebben U daarom verzocht in dit
voorjaar op het congres te komen, in aansluiting waarop de geodetische
week is georganiseerd.
Wanneer ik terugzie op het korte tijdvak dat sinds het vorige congres
is verlopen, dan valt daarin onmiddellijk één punt in het bijzonder op,
nl. de totstandkoming van de studie voor geodetisch-ingenieur te
Delft. Het instellen van* de nieuwe studierichting is de kroon geweest
op het werk van velen. Het getuigt van dezelfde geest waaruit ook de
Federatie tot stand is gekomen. Deze geest van samenwerking heeft
ertoe geleid dat de niet te stuiten ontwikkeling in de landmeetkundige
wereld niet buiten ons om, maar door ons heeft plaats gevonden.