305
uitvoerige rede uiteen van welke betekenis Prof. Tienstra voor de
landmeetkunde is geweest. Prof. Tienstra bezit vele gaven en het is
zijn grote verdienste geweest, dat hij deze gaven niet' verborgen heeft
gehouden, maar vele anderen daarin heeft laten delen. Hij was ge
durende vele jaren voorzitter der Federatie en heeft zijn functie eerst
neergelegd toen hij meende al zijn krachten te moeten concentreren op
het voltooien van zijn levenswerk, de nieuwe theorie van de grondslag
der waarnemingsreeksen. Verder heeft Prof. Tienstra zich vele ver
diensten verworven door zijn functie van redacteur van het Tijdschrift
voor Kadaster en Landmeetkunde, het tegenwoordige orgaan der
Federatie. Zijn bijdrage tot de samenstelling van de H.T.W. en de tot
standkoming van de studie voor geod. ingenieur zijn algemeen bekend.
De voorzitter getuigt bovenal van de goede kwaliteiten die Prof. Tien
stra als mens bezit en biedt hem tenslotte het ere-voorzitterscbap der
N.L.F. aan (applaus). 4
In zijn antwoord verklaart de nieuwe ere-voorzitter dat hij enigszins
heeft opgezien tegen dit moment. De gehele ontwikkeling van de land
meetkunde heeft immers in zijn voordeel gewerktbovendien meent hij
een groot gedeelte van de dankbetuigingen te moeten overbrengen op
zijn medewerkers, te weten de heren Kwisthout en Hamelberg bij de
samenstelling van de H.T.W.de mede-redacteuren de heren Mr.
Jonas en Harkink en bij de totstandkoming van de nieuwe studie
richting de heren Prof. Schermerhorn en de overige collega's.
Er is een groot verschil in de landmeetkundige wereld van 1913, toen
spreker zijn loopbaan begon en die van deze tijd. De landmeter heeft
meer en meer een eigen taak te vervullen gekregen, zoals bijv. bij de
ruilverkaveling. De gunstige ontwikkeling in de landmeetkunde heeft
voorspoed tengevolge gehad in het verenigingsleven en de Federatie.
Het is ook aan de landmeters, de dragers van het vak, te danken dat
de ontwikkeling zo gunstig is geweest. De spreker is dankbaar voor de
grote eer die hem te beurt is gevallen, temeer daar een profeet in eigen
land meestal niet wordt geëerd. De enige schaduwzijde van deze ge
beurtenis is, dat een dergelijk eerbetoon iemand eerst op reeds gevor
derde leeftijd ten deel valt.
De voorzitter dankt Prof. Tienstra voor de aanvaarding van het
ere-voorzitterschap.
6. Na de commissievergaderingen, waarvan de verslagen van de
commissie voor administratie en juridische problemen en van de
commissie voor fotogrammetrie en kartografie afzonderlijk zijn op
genomen in de desbetreffende rubrieken van dit tijdschrift, krijgt de
heer J. Th. Verstelle, kartograaf bij de afdeling Hydrografie aan het
Ministerie van Marine, gelegenheid voor het houden van zijn lezing
over „Hydrografische kaartering".
Doordat de vergadering van de commissie voor fotogrammetrie en
kartografie teveel tijd in beslag heeft genomen, acht de spreker het
gewenst slechts een Engelse film te vertonen over hydrografie, en
zijn lezing uit te stellen tot een volgende keer. De film, die voor leken
is vervaardigd, geeft een aardig beeld van het hydrografische werk.
In een nabeschouwing verklaart de heer Verstelle, dat de Engels*1