Verslag van het 7de Internationale Landmeterscongres, gehouden te Lausanne van 23 tot 27 Augustus 1949 307 al de gedeelten die betrekking hadden op de vervaardiging van de instrumenten waren zeer belangwekkend. Des middags en op de derde dag zette Prof. Tienstra, afgewisseld door lector W. Baarda, zijn voordrachten voort. Met grote aandacht volgden de toehoorders de voordrachten, hetgeen tot uiting, kwam in de vele vragen die lector Baarda tot zelfs na de officiële sluiting van de geodetische week te beantwoorden had. Het waren geen gemakke lijke dagen, noch voor de docenten, noch voor de toehoorders. Geen der aanwezigen zal het echter hebben betreurd deze voordrachten te hebben bijgewoond. In de practicumzaal was een tentoonstelling van kaarten en foto's van de Topografische Dienst in Indonesië, die oorspronkelijk bestemd waren voor het aardrijkskundig congres te Lissabon. Ook deze tentoon stelling trok veel belangstelling. Aan het einde van de geodetische week dankte de secretaris der N.L.F., de heer G. F. Witt, voor de gastvrijheid die het laboratorium voor geodesie de afgelopen dagen had verleend. Hij verzocht de heer Baarda de dank van de Federatie te aanvaarden en over te brengen aan de heren Prof. Tienstra en Prof. Roelofs voor de medewerking die zij hadden verleend om deze studiedagen te doen slagen. Het Hoofd bestuur had niet verwacht dat zo'n grote belangstelling voor deze voor drachten zou bestaan. Het is verheugend dat het hoofdbestuur in zijn verwachtingen is beschaamdhet slagen van deze studiedagen is een aansporing voor het hoofdbestuur om in de toekomst op de ingeslagen weg voort te gaan. Daarna sluit de secretaris de geodetische week. De secretaris der N.L.F., G. F. Witt Ten gevolge van de oorlogsomstandigheden heeft het elf jaar moeten duren voor het congres van de Fédération internationale des géomètres, ditmaal in Lausanne, bijeen kon komen, nadat het voor het laatst in October 1938 te Rome had vergaderd. Het congres werd bijgewoond door ca 400 deelnemers, vele met hun dames, uit België, Denemarken, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Iran, Israël, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Polen, Tsjecho- slowakije, Turkije, Zweden en Zwitserland. Van Nederlandse zijde waren aanwezig de heer Von Frijtag Drabbe, Directeur van de Topo grafische Dienst, Prof. Kruidhof, Voorzitter van de N.L.F., de Land meters van het Kadaster Aan den Dijk, Feringa, Rietsema, Schuur man en Vermeulen, de heer Henkei, Ingenieur bij de Cultuurtechnische dienst, de heren De Jong en Bos, Landmeters van het Kadaster in Indonesië en de heer Baarda en ondergetekende, lectoren aan de Technische Hogeschool te Delft.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1949 | | pagina 53